Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/127

Deze pagina is proefgelezen

de la Rivière bij zich zelven opwierp, zonder ze te kunnen oplossen, en die hem kwellen zouden totdat de jonge man zelf hem het antwoord zou komen geven.

Dat antwoord kon eene wijziging noodig maken in het plan van den opvoeder, het kon een keerpunt daarstellen in het leven van zijn pupil, men kan zich denken met welk innerlijk ongeduld het werd ingewacht door de la Rivière, bij al de uiterlijke lankmoedigheid die hij toonde en waartoe hij anderen opwekte.




V.

De gasten van Mr. Jacob Jeremias hebben intusschen lustig hun feestmaal voortgezet. Ze zijn reeds gekomen tot die zeer gewenschte periode, waarin het nagerecht wordt gebruikt in de opene lucht, en waarbij het geene vraag meer is van een geregeld aanzitten, maar wel van zekere gezelschapsspelen, destijds zeer in zwang, die de vrijheid gaven zich te bewegen en te verplaatsen naar welgevallen. Wij zien echter niet dat Francijntje Lantscroon deze vrijheid heeft gebruikt om zich te verwijderen van haar half en half opgedrongen cavalier. Integendeel, zij schijnt op zich genomen te hebben hem in te lichten van de rechten en gebruiken bij de pandspelen inachtgenomen, en voort te helpen in het af doen van verplichtingen, die hem gansch vreemd waren. Aan de ceremoniëele gastmalen op het kasteel Culemborg, noch in den kring dien zijne leermeesters om hem heensloten te Leiden, had hij eenig denkbeeld kunnen krijgen van de tafelvreugd en het gezellig vermaak, zooals dit door deze burgers werd opgevat, doch waarnaar hij zich met de meeste goedwilligheid en ongedwongenheid wist te schikken. Eenmaal op den toon der gemeenzaamheid gebracht met den aanzienlijken jonkman, vergaten de jeugdige gespelen weldra zijn rang, en hij zelf deed niets om er hen aan te herinneren. Hij werd dus in niets gespaard, en moest zich schikken naar alle schaden en baten zulker gelijkstelling. Maar er was een voorrecht zijner plaatsing (juist dat waarom hij in ’t heimelijk door menigeen werd benijd), dat hij niet scheen te waardeeren, of waarvan hij althans geene vrijheid vond gebruik te maken, Het recht namelijk zijne buurjuffer bij iedere aanleiding te kussen, dat in dit gezelschap met de meeste ruimte werd toegepast. De dolheid