Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/219

Deze pagina is proefgelezen

»Ik wil gaarne aannemen dat gij gelijk hebt maar, ik kan op dat alles zoo niet denken… met mijn gestel wordt men licht driftig, en als ik driftig ben, dan zeg ik al uit wat me in ’t hoofd komt, zonder zóó als gij… de woorden te wegen en te meten!"

»Kunt gij niet eenige zelfbeheersching oefenen, gij, op uw leeftijd! hoe vergt ge die dan van een jonkman in het eerste vuur van het leven, in het onrijpste van de rede?"

»Och, ik verg niet van hem dat hij zich om mijnentwil zal inbinden; ik verlang alleen dat hij doen of laten zal wat ik zeg, als het is met toeverzicht op zijn welbevinden en veiligheid…"

»Als gij het eerste niet op hem weet te verkrijgen, wacht dan ook niet het laatste; en daarom mijnheer, waar gij het ontzag mist om hem binnen te houden met opene deuren, gebruik daar, IK EISCH HET VAN u in den naam van wichtige belangen en van uwe eigene eere en ruste, gebruik daar de voorzichtigheid, niet met dwang aan te vangen, waar ge noch macht, noch middelen hebt om dien tot den einde toe door te zetten. — Wie eene deur grendelt moet ook bedacht wezen de vensters van tralies te voorzien, en daar ijzer wijken kan voor geweld of list, moet men zich met den magistraat bespreken, om het huis van eene wacht te voorzien… en daar eene wacht omkoopbaar is…"

»Ik begrijp mij niet hoe gij nu schertsen kunt."

»Ik spreek in vollen ernst, om u te doen inzien, welk een hoogst gevaarlijken weg gij zijt ingeslagen. Bedenk in ’s Hemels naam, mijnheer, dat er bij onze instructie op alles is voorzien, behalve op den onwil van onzen pupil, om er zich aan te onder schikken!"

«Dat is waar ook!" verzuchtte de Burgemeester, »maar toch," hervatte hij meer levendig, »dat laat ons te meer ruimte om te handelen… en het is blijkbaar aan u en mij overgelaten, om bij mangel van goeden wil, de middelen uit te denken en uit te voeren, hem tot gehoorzaamheid te dwingen; en om u gerust te stellen, dat zulke middelen niet altijd falen, kan ik u verzekeren dat ik het mijne tot Culemborg meer dan eens in praktijk heb gebracht, staande het verblijf der Gravin en om den Jonker te bewaren tegen de verleiding zijner moeder…"

»Te Culemborg was alles anders; gij kost hem daar over de