Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/222

Deze pagina is proefgelezen

de la Rivière met nadruk, en hem in de oogen ziende met dien doordringenden blik, vol ernst en toch vol zachte meewarigheid, die den jonkman tot in de ziel scheen te treffen, want hij antwoordde zonder aarzelen:

»Het is zooals gij zegt, ik heb zeer veel leedwezen van dit… van… alles… ik had zóó niet moeten handelen, uit aanzien voor u…

»En uit achting voor u zel ven… Gij zijt zeventien jaar, Graaf! zelfbeheersching mag voor u niet meer een ijdele klank zijn, het moet eene oefening worden nevens en boven alle anderen."

»Ja! dat moet het ook, en ik heb zulk een goed voorbeeld aan u," hernam de jonkman op een droeven, slependen toon; hij liet plotseling het hoofd als afgemat neerzinken tegen de borst van de la Rivière, die op hem neerzag met eene onbeschrijfelijke uitdrukking van weemoed en teederheid, en zachtkens de hand op dat jeugdig voorhoofd legde, als ter bedaring van zoo sprekend lijden. Daarop hief Floris zich even naar hem op en sprak snel en smeekend. »Maar laat die man. … zich verwijderen, ik heb u zooveel te zeggen."

Dat begreep de Gouverneur ook wel, maar… die man was er nu eenmaal en niet zóó weg te zenden.

»Niet ook iets aan hem?" vroeg hij opnieuw, Floris aanziende.

»Hij heeft mij onwaardig behandeld, dat kunt gij niet goed keuren," antwoordde deze, altijd op een stillen, gedempten toon.

»Dat keur ik ook niet goed en hij heeft er zelf leed van, maar… toch gij…

»Och! overzie nu de armzalige dwaasheden, waartoe die man mij drijft," sprak Floris met eene wonderlijke mengeling van hoogheid en onderwerping.

»Ik wil ze overzien, Floris, en vergeten, maar bedenkt gij dat die man, mijnheer Alartsz is, de Burgemeester van uwe stad, de vertegenwoordiger van uwe toekomstige onderdanen, de gecommitteerde uws vaders, die om zijn meester te gehoorzamen en u te dienen, zijne vaderstad, zijne rustige betrekking, zijne vrouw en kinderen, verlaten heeft, en al de genoegens van \’t huiselijk en burgerlijk leven verzaakt, om hier uwe huishouding te besturen; zeer moeielijke en zeer ondankbare taak, die geen tweede zoo getrouwen met zoo goed beleid zou verrichten, en…