Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/259

Deze pagina is proefgelezen

die hij in Floris bespeurde waar hij de eenige bleef voor wien zich dat harte opende en tot afstand van eigen wil en wenschen bekwaam maakte, daar was het zelfs verplichtend de vatbaarheid voor onbaatzuchtige inspiraties levendig te houden, en dat harte niet te sluiten door overlegde afwijzing. De la Rivière liet hem de eene of andere vrijheid begeeren, eer hij die schonk om hem uit zijne lijdelijke onverschilligheid op te richten; maar hoe innig het hem deerde, één vurigen wensch had hij hem moeten ontzeggen, dien namelijk, om zich nader aan den kring der studenten aan te sluiten, een verlangen dat de la Rivière niet mocht vervullen, vooral bij de zwaardere verantwoordelijkheid, die nu op hem rustte. De oude Graaf van Culemborg had een sterk vooroordeel tegen de studeerende jongelingschap, reeds tot een getal van honderd geklommen, en waaronder zich vele vreemdelingen bevonden, in ’t bijzonder Franschen en Duitschers, en al had de Gouverneur dit vooroordeel mogen voorbijzien, noch durfde hij onder de tegenwoordige omstandigheden Floris niet met die vroolijke, maar wel wat woelzieke en losbandige jongelieden meer gemeenzaam laten omgaan (wij spreken van de studenten in 1593, wij onderstellen dat hunne zeden en manieren geantiqueerd zijn), die hem zeer licht op wegen konden brengen, waar de la Rivière niet zijn geleider kon zijn. Floris, die de vrouwen scheen te minachten en te mistrouwen, kon door hen in aanraking komen met vrouwen, die werkelijk minachting verdienden, en het zou mogelijk zijn, dat juist deze zijne zinnen verleidden, al ware ’t niet dat zij zijn harte wonnen. Dat gevaar moest vermeden worden, er waren tooneelen van het leven, waar van voor den jongen Graaf de gordijn niet moest worden opgelicht, zoolang hij onder deze hoede bleef; zijne onschuld moest gespaard blijven, al kon men zijn hart ook niet veiligen. De preventie van zijn vader was de grond, waarop de la Rivière zijn wensch afsloeg, en alleen bij uitzondering werden er van tijd tot tijd eenigen hunner tot hem toegelaten, maar zoo schaarsch als die samenbrenging plaats vond, zoo weinig werd zij ook door de studenten zelf gezocht; als men denken kan, waren slechts enkelen bereid eene conversatie te zoeken, waarvan een gouverneur de onvermijdelijke deelgenoot moest zijn! Floris berustte in dit isolement, zooals hij in alles berustte, waarvan de la Rivière hem op zijne eigenaardige wijze het noodzakelijke deed