Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/38

Deze pagina is proefgelezen

haar prentenbijbel herinnerde. Ook haalde zij snel haar knipbeugeltje van haar tuigje, en voordat de jonker haar hierin nog te gemoet kon komen, had zij al een stuk klein zilvergeld op het bakje geworpen, met eene cordaatheid, die niet eens door alle mannen werd nagevolgd. Toen het eindelijk de vraag werd van den terugtocht, kwam de jonge Graaf op een inval, dien hij aan zijn vriend Prouninck mededeelde; deze onderhandelde eenige oogenblikken met den meester der tent, die een teeken van toestemming gaf, en daarop zekere bontbeschilderde draperie oplichtte, die den particulieren uitgang van de tentbewoners vermomde; Floris nam daarop wat gehaast den arm zijner juffer en voerde haar snel langs dien ongewonen weg naar buiten, nadat hij de studenten als ten afscheid had toegeknikt, die echter slim genoeg waren om onmiddellijk te volgen, zonder er veel op te letten dat de »baas van ’t spel" een weinig tegenstribbelde, verklarende, dat de aanzienlijke Heer er extra voor betaald had.

De jongelieden lachten hem uit en gingen mee door, zoo niet met recht, dan door geweld. Wij gelooven echter niet, dat het exempel van verdere schadelijke werking was op de overige toeschouwers, in wie het niet opkwam dat het een goed voorbeeld was om na te volgen. In de republiek der Vereenigde Nederlanden was men er aan gewoon tweeërlei maat te zien gebruiken voor den patriciër en den burgerman. Wij voor ons zien er geen bezwaar in onzen held na te treden. Hij heeft eenige woorden en groeten gewisseld met de studenten, die huns weegs gaan, en de drukte weer in. Hier aan de achterzijde van de tent is geen het minst gedrang, zijne dame doet het hem opmerken en laat zijn arm los, terwijl zij wel wat onrustig naar alle zijden uitkijkt, als hoopte ze nog iemand van haar gezelschap haar wachtende te vinden, doch zich teleurgesteld ziende, spreekt ze als eene die hare partij gekozen heeft.

»Zijt nu nogmaals gedankt, jonker, voor alle moeite en zorge, die gij u om mijnentwille gegeven hebt, verderen overlast zal ik u niet aandoen. Ik zal nu mijn gezelschap wel spoedig aantreffen… mijn vader zal u later beteren dank betuigen, dan ik vermag."

»Eilieve mejoffer, zóó scheiden wij nu niet. Ik heb mij als uw geleider aangeboden, gij hebt mij niet afgewezen, dus moet gij