Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/403

Deze pagina is proefgelezen

»In daden zooveel te meer,"viel Jacobus schertsend in, »domoor! neem toch aan, ik heb het met vader zóó beleid te uwen oorbaar, ten beste van Floris," fluisterde hij, hem ter zijde voerende.

»Waar zegt men dat de stad vol van is?" vroeg Francijntje , als uit een droom ontwakende, zich tot Gerard Prouninck wendende, die zich naast haar had geplaatst.

»Wel! van uwe heimelijke vrijage met mijn zoon!" zei deze driestweg maar zacht; alleen hoorbaar voegde hij er bij: »neem ons voorstel aan mijn kind; ik weet alles, ik ben hier naar Holland gekomen met de Gravin, neem aan! dusdoende zult gij de rust van Floris verzekeren, zijn lot verzachten, de la Rivière zijne verantwoording lichter maken en uw vader zelf, hoeden voor dreigende zwarigheden… mijn zoon is wel geen Graaf van Culemborg, maar…"

»Ik neem hem aan!" zei Francijntje, »als hij geduld oefenen wil met mij en niet haasten."

»Dat ge brak er nog aan, dat Hendrik neen kwam te zeggen!" riep Jacobus zegevierend.

Hendrik zeide geen neen, hij sprak zacht tot Francijntje: »Ik zal geduld nemen, wees er gerust op; haasten zou een verraad zijn aan de vriendschap! en nu wij voor de wereld verloofd zijn, gun mij naar uwe liefde te staan."

Zij legde hare hand in de zijne.

»Wat ga ik aan Floris zeggen!"hervatte Hendrik, zich bezinnende met zekere onrust.

»Volstrekt niets, broertje! ge zult den Jonker vooreerst niet meer spreken, Zijne Genade is afgereisd naar Culemborg." Francijntje en Hendrik wisselden een veelbeduidenden blik.

»Zonder uwe terugkomst af te wachten"sprak de eerste, het hoofd schuddend.

»Wat wilt gij! hij was al te gelukkig met Mijnheer de la Rivière te kunnen wegtrekken!" hernam Jacobus.

»Met Mijnheer de la Rivière?" riepen Francijntje en Hendrik tegelijk. »Is die dan teruggekeerd?"

»Ja, tegen alle verwachting der Culemborgers. Ook zijn ze door eene paniek getroffen, daaraf ze nog de natrilling voelen; doch ze hadden ’t aan hem verdiend. Hij is weergekeerd, maar niet als de Gouverneur van den jongen Graaf, functie, die hij voor