Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/42

Deze pagina is proefgelezen

geen onzeker bescheid, ga dit overbrengen;" en met verhaasten stap, als overtuigd van Prounincks volgzaamheid, sloeg Floris met Francijntje het aangeduide pad in, terwijl hij tot haar zeide: »Die overdrevene bezorgdheid mijner vrienden is mij een groote overlast, zij bindt mij aan handen en voeten, maar zij zal mij alevel niet verhinderen eenmaal in mijn leven courtoisie te oefenen jegens eene joffer?"

»Eenmaal in uw leven, jonker?" herhaalde zij schertsend; »’t, mag zijn voor het eerst, maar toch niet voor het laatst, zoo wij hopen, uw leven begint pas."

»Mejonkvrouw is, zoo ik meene, zooveel mijn oudere niet, om dus uit de hoogte neer te zien op mijne jonkheid," hernam hij half gekrenkt, half schertsend.

»Fransje Lantscroon, uwe onderdanige dienaresse, nadert vast haar twintigste jaar. Zij is in haar negentiende," hernam zij met kluchtige deftigheid, en de Graaf van Culemborg,…?"

»De Graaf van Culemborg is de vijftig allang gepasseerd, maar de jonker Floris, zijn zoon, uw dienstvaardige dienaar, is ook zo heel ver niet meer van de achttien, het zijn alzoo maar eenige maanden, die uwe deftigheid op mij vooruit heeft."

De jongelieden waren beiden nog in dien vaag der jeugd waarin men volgaarne, als het te pas komt, zijn leeftijd wat vooruitschuift (met voorbehoud het later andersom te doen) Françoise Lantscroon was pas achttien jaar geworden, en Floris van Pallant, in Mei 1577 geboren, willen wij liever niet narekenen; hij zelf, het netelige vraagstuk daarlatende, voegde er met voldoening bij: »Ook zegt de leeftijd niet het meeste. Ik ben sterker en grooter dan Hendrik, die al negentien jaar is, en daarbij…"

»Dat is waar!" sprak zij, met zichtbaar welgevallen naar hem opziende, »daarbij zijt gij het simpele burgermeisje in kennis en geleerdheid ondenkelijk veel vooruit. Is het dat niet, wat gij meendet te zeggen…"

»Neen voorwaar, dat niet! aan mijne studiën dacht ik het minst… Ik bedoelde, dat ik ouder ben dan mijne jaren, om… vele redenen. Wat mijne studiën belangt," hernam hij verdrietelijk, »mijne keuze is het nooit geweest mij daaraan te wijden. Zoo mijn Heer vader mijne vurige beden had willen toegeven, streed ik nu al aan de zijde van Graaf Mourinck… mijne hand is