Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/97

Deze pagina is proefgelezen

lijk in dienst traden. Dezen hadden nog hunne vrienden, hunne betrekkingen op het kasteel, waarmee zij gemeenschap bleven houden, hunne vrouwen of verwanten bleven te Culemborg wonen… hoe licht moest het eene Philippa-Sidonia vallen, om van deze lieden, zelfs zonder dat zij het wisten of wilden, hulpmiddelen te maken tot bereiking van haar doel. Een valsche dienaar en verrader was er op het grafelijk slot, dien wij bij name kennen, wiens ontrouw eerst in een veel later tijdperk werd ontdekt, en die bijgevolg toenmaals nog het volle vertrouwen genoot van den Graaf en zelfs, meer dan voorzichtig scheen, in diens geheime zaken was ingewijd. Zekere Dr. Jan de Keizer, die in het Leycestersch tijdperk, en staande de twist met de Utrechtsche regeering, zijn meester gewichtige en veelvuldige diensten schijnt te hebben verleend, maar die hem later trouweloos en ondankbaar verried en met groot opzien uit het kasteel en ’t Graafschap werd verwijderd. Of hij gereed is geweest om de Gravin tegen de intentiën van den Graaf te dienen, of hij werkelijk tot zulke diensten is gebruikt, durven wij niet bepalen, maar… hij was ontevreden, listig en baatzuchtig; en zij stout en behendig… Is het niet zeer waarschijnlijk, dat die twee elkander moesten verstaan, en zich vereenigd zullen hebben tot geheime kuiperij? Wat daarvan ook zij, het afzijn der Gravin belette niet dat hare partij aanwies in het Graafschap. De Graaf, hoe goed hij het ook met zijne onderhoorigen meerde, welk een waakzaam en vermoeiend leven hij ook leidde, om hun lot te verbeteren, om hen te beschermen tegen overlast, zoowel van vijandige naburen als van oen algemeenen vijand, was geen man om algemeen bemind te zijn; terwijl een deel zijner onderdanen hem als hun redder en bevrijder liefhad en eerde, was er een ander deel, dat niet zonder misnoegen en onrust zijne handelingen gadesloeg, en dat zeer gereed was in hem eerder een onderdrukker dan een helper te groeten. Getrouwen standvastig aan de partij die hij eens had gekozen, zoowel in ’t godsdienstige als in ’t staatkundige, bleef van Pallant-Culemborg zich zelven gelijk, en droeg er al de consequentiën van. Hij was geen man van halfheid, noch van hinken op twee gedachten, hij was vurig Roomschgezinde geweest, hij was streng Calvinist geworden. Hij stichtte kerken en scholen in zijn graafschap; hij nam den raad in van mannen als Junius, Helmichius, Modet, bij de aanstelling van leeraren en onderwijzers.