Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/179

Deze pagina is proefgelezen

schouwden wat ze nooit hadden gezien: Karel de Stoute VERBLEEKTE!

»Helaas! al mijne grootsche plannen op Duitschland laat ik dáár achter,” sprak hij zacht en dof.

»Niet één enkele daarvan,” antwoordde eene krachtige mannenstem uit degenen, die ter zijde stonden.

»Het woord was niet voor u, gij dáár, die zoo vermetel spreekt,” hervatte Karel, terstond weêr zich zelf.

»Het kan zijn, mijn Hertog! maar als ik u aanwijs, hoe het waar kan worden? Mijne wapenen voegen u wellicht niet, maar mijn devies zal u gevallen; het luidt: Wraak, in den val van Oostenrijk!”

»Waarachtig, het klinkt goed,” riep Karel tevreden; »volg mij, man! wij willen u hooren in onzen raad. Wie zjjt gij?”

»Peter Archibald van Hagenbach, Landvoogd van Ferette,” antwoordde deze.