Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/207

Deze pagina is proefgelezen

II.
Den man, die geene couranten leest.


Wij zullen hem u nog niet beschrijven, wij zullen u alleen vertellen, dat hij op dit oogenblik eene courant in de handen hield, en verder onze waarnemingen op hem doen met en door de jonge dame, die zijne dochter was, als wij reeds begrepen hebben of welhaast hooren kl...nen. Ze kleurde sterk, toen zij zag wat wij gezegd hebben, want zij zag ook haars vaders gelaat hoog gekleurd, en zij zag hem lezen met zóó veel oplettendbeid, dat zelfs zijne wenkbrauwen zich samentrokken van inspanning, — en in haar: stoor ik u, lieve vader? was eene onbeschrijfbare uitdrukking van schuchterheid en van stouten moedwil beide.

Toen sloeg hij het oog naar haar op, en het blad nemende tusschen duim en vinger, met iets, of eene vaste, volle aanraking zijne hand zoude bezoedeld hebben, vroeg hij haar op eens met eene harde stem, die echter bij het slot der phrase weifelend werd:

— Wat is dit voor een nieuwspapier, Eva? Weet gij hoe dit hier komt?

Eva antwoordde niet, maar zij trad iets nader, en het blad nemende, bleef zij er stijf en strak op zien, om zich eene houding te geven, — eindelijk sprak zij: het is het nieuwe dagblad, de Salamander.

Zijn scherpe blik had intusschen hare verwarring opgemerkt.

— Ja, tot die kennis ben ik uit mij zelven ook gekomen, en ik acht den naam een gepasten, maar hoe komt zoo een blad in mijn huis, in mijne kamer?