Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/236

Deze pagina is proefgelezen

der hoogste verbazing over al wat zij zag, en wellicht niet minder door de vrees teruggehouden, bleef Eva staan zonder van hare bevrijding gebruik te maken om het gewelf dieper in te treden. Waarheid is, dat de oom haar noch door een woord, noch door een gebaar uitnoodigde. Hij scheen haar nu pas te herkennen, maar de verrassing harer verschijning scheen hem kennelijk de onaangename van wie zich onverwacht gestoord ziet: zijn gelaat kleurde zich sterk, de aderen van zijn voorhoofd zwollen op, zijne oogen vonkelden een wijle, — en welke zonderlinge oogen als zij vonkelden! — en hij naderde met eene beweging alsof hij den welkomst van zijn tijger wilde navolgen; zijne lippen openden zich, zeker tot een hard woord van verwijt, maar op eens hield hij het in, bleef staan, beet zich de lippen, liet de armen langza:tm neerzinken, zijn voorhoofd gloeide nòg sterker, maar het was onder het lijden van bedwongen drift, en hij sprak met eene zachte, schoon niet volmaakt kalme, stem :

— ’t Is niet goed van Xativa, dat zij u tot hier heeft laten doordringen, mijn kind, daar kon u onheil door toegekomen zijn.

— Xativa heeft geene schuld; zij heeft mij gewaarschuwd, maar ik mocht mij nie t laten afwijzen, ik kon zelfs niet wachten, niet uitstenen, ik heb uw raad noodig, oom, hoog noodig… en…

— Het is genoeg, dat gij mij eenigszins noodig hebt, Eva! vergeef mij den eersten onwil der stoornis; gij zaagt het aan Torso, wij zijn hier geen bezoek gewend, Xativa had mij bij u moeten roepen.

— Zij wendde vreeze voor, en… ik moet bekennen, dat ik mij die begrijp, hernam Eva, nog wat schuchter voor zich uitziende, nog altijd zonder binnen te treden.

— Xativa is slimmer of boozer dan gij denkt, hernam hij glimlachend en met zeker hoofdschudden, — maar nu, arme kleine, kom rustig hier, en lachend hare hand nemende, voerde hij haar tot in ’t midden van het vertrek, son buone principe; ik zal audiëntie geven waar men mij ook overvalt, hoewel ik beken dat ik u hier liever niet had gezien, omdat deze wijkplaats hare raadselen heeft, die ik u niet allen kan uitleggen. — Dit