Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/255

Deze pagina is proefgelezen

— Om te zien, of vader reeds is uitgegaan, zoo dat niet ware, heb ik nog menig middel om hem tot thuisblijven te bewegen,.

— ’t Is beter, dat gij hier blijft, Eva! Wij hebben elkander nog te veel mede te deelen, om zóó te scheiden. Den ganschen dag houd ik u hier, en mij dunkt, dit is wel het zekerste middel om eene botsing met uw vader te voorkomen, — vervolgde bij glimlachend.

— Maar Frits zou in den namiddag van Haarlem komen…

— Welnu, aan uw huis zal hij toch wel naar u vragen, men zal hem hierheen verwijzen.

— Maar… hoe zult gij hem ontvangen? vroeg zij schroomvallig,

— Als den zoon zijner moeder, antwoordde hij met zonderlingen nadruk. — Daarop haar bij de hand nemende, zeide hij: — kom Eva, gij zijt nu hier, gij moet de merkwaardigheden van mijn klein museum opnemen, Laat ik uw cicerone zijn. Het was eene wereld van kunstgenot, die hij met dat woord voor haar ontsloot, want eene meer keurige en veelzijdige verzameling van alles wat natuur en kunst merkwaardigs en zeldzaams konden opleveren, vond men wellicht niet, dan wat Aelbrecht had samengebracht, indien men ten minste kunstschatten niet naar het vele, maar naar het uitnemende berekent, — en hij zelf was daarbij een gids, zooals men zich dien in menig vorstelijk kabinet wenschen zou, want bij zijne veelzijdige kennis paarde hij eene oorspronkelijkheid van gedachte, van opvatting en inzichten, een gelouterden smaak, en dat fijn gevoel, dat zelf weet te genieten en tact genoeg heeft om anderer genietingen te verhoogen. Ook waren al zijne opmerkingen zoo diep als juist, en zoo nieuwals scherpzinnig: het éénige wat hem ontbrak was de gloed der geestdrift, die over alles stralen en kleuren werpt; zijn oordeel had de koelheid en nuchterheid van een, voor wien de kennis geene begoochelingen, de natuur geene geheimen meer heeft, die alles heeft gewogen, alles heeft overzien, alles berekend, en die het gebruikt omdat het er nu eenmaal is, en waardeert omdat zijn verstand er nu eenmaal den prijs van kent, Maar Eva’s enthousiasme vergoedde de koelheid van haar geleider; bij wijlen zelfs scheen haar gloed hem