Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/264

Deze pagina is proefgelezen

hier) de stille en onaanstootelijke genoegens van eene partij domino met den een of anderen deftigen, stillen rentenier, die uit ingeschapen gevoel van zelfbehoud in ’t belang zijner rentebrieven, een natuurlijken afkeer had van alles wat woeling en leven kon veroorzaken in de maatschappij, en de beurs in émotie kon brengen, en rlie dus met recht op den eeretitel van »rustig burger” kon aanspraak maken. Daarna of daaronder stelde hij zich het genot voor van een of ander prachtig watergezicht en meerdere gemakkelijkheid dan op zijne studeerkamer om op te merken hoe… de wind stond… altemaal genietingen, die hij zich zonder al te groote vermetelheid kon veroorloven,… Maar rle voorzichtigste berekeningen kunnen feil slaan, en Don Abbondio was ditmaal niet gelukkiger dan een ander. Oordeelt van zijne verplettering, toen hij na de eerste oogenblikken van zijn binnentreden de overtuiging kreeg, dat hij zich in een geheel vreemden kring bevond, dat zich hier geen deftig en uitgezocht gezelschap samen vond, maar eene bonte mengeling van lieden van anerlei rang, stand en jaren, en die wellicht alleen door eenheid van gevoelens of belangen hier werden samengebracht. En uit twee of drie personen uit hun midden, die hij herkende, bleek het hem welhaast, dat het die soort van opiniën waren, die hij in ’t binnenst van zijne ziel het meest verafschuwde en uiterlijk het luidst zou hebben afgekeurd, zoo hij omtrent iets of iemand openlijk eene opinie had durven uitspreken. Deze personen waren samen om in hetgeen zij achtten de gebrekkigheid van het Nederlansch kiesstelsel te voorzien, zooveel in hen was, door maatregelen van aansluiting en vereeniging, die naar hun idée reeds eene groote schrede waren tot herstel van den Staatskanker. Zij, die het voorrecht hebben van in 1848 te leven, en die dit wellicht eerst in 49 lezen zullen, en dus leven onder het genot van al de privilegiën, door eene nieuwe grondwet sinds dien tijd den lande present gedaan, en waardoor al wat naar misbruiken of intrigue lijkt is… afgeweerd? — zullen zich nauwelijks meer een denkbeeld kunnen maken van de behoeften, die de lieden van 183* tot zulke samenkomsten brachten, die te dier tijde als halve conspiraties tegen het gouvernement werden aangemerkt. Ook ware Don Abbondio, die misschien nog wat personeelen moed had, liever