Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/27

Deze pagina is proefgelezen

uit Koning Rénés Provence, en niet den toekomenden schoonzoon van Karel den strijdbaren, Maria is nog een kind; maar zij zal u liefhebben als gij haar heer zult zijn, twijfel er niet aan, en nu blijf gij trouwe houden aan de overeenkomst, wat er ook moge voorvallen, dat u tot het tegendeel schijnt te manen: neem uw verblijf te Nancy, liever dan aan het hof van den Koning, uw Grootvader… De Graaf van Campo-Basso is gekozen tot het middel onzer geheime onderhandelingen; mijn zoon van Bourgondië groet u en wenscht u goed heil en de gunst des Hemels; gij trekt nu vroolijk van hier, met de hoop in het hart…”

»Zeg veeleer met den dood in het hart, edele vrouw!” verbeterde hij, terwijl hij zijn afscheid nam.

En dat woord der moedeloosheid was eene voorspelling. De krachtvolle, bloeiende jonkman beleefde niet meer eene Octobermaand. In Augustus van het jaar, dat volgde, is hij gestorven. Een oof gemompel heeft Lodewijk XI beschuldigd van zijn dood, Hij deed hem vergif geven, luidt de aanklacht; maar anderen spreken haar ijverig tegen, en loochenen, dat zijn dood door menschenhanden is vervroegd; wij willen beiden in het ongelijk stellen; wij gelooven, dat hij aan vergif is gestorven, dat Karel zelf het hem heeft toegediend; maar wij gelooven niet, dat het eenig kruid of drank zij geweest, bepaald doodelijk voor de bewerktuiging des lichaams; doch hij heeft het lichaam gedood met het venijn der ongelukkige liefde; hij heeft het lichaam gedood door het hart; hij heeft dat hartstochtelijk en prikkelbaar gestel beurtelings opgewonden en geprikkeld tot de uitgelatenste blijdschap en dan weêr neêrgedrukt en versuft onder de dompigste wanhoop; hij heeft hem altijd aarzelende gehouden tusschen vreeze en hope, de afmattendste spanning der ziel, die de zenuwen verslapt en de spieren vermagert, die het vocht verteert, die het merg uitdroogt in het gebeente; hij gebood hem rust te houden, terwijl alles in hem kookte en joeg en tot handelen voortzweepte; hij spoorde hem tot den arbeid, terwijl des jongelings krachten reeds bezweken onder den last des levens. Opdat Karel een eerzuchtig doel een stap nader zoude zijn, stortte hij zich in zijn radeloozen aanslag op de stad Metz, wiens mislukking de laatste teleur-