Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/273

Deze pagina is proefgelezen

vóór of tegen ons zijt, sprak de enthousiast, die de cauchemar was van onzen held.

— Tegen! tegen! mijnheer! tegen! hoe komt het in u op, alleen ik zou de… De ongelukkige wist niet meer in welke bocht hij zich wringen zou; zoo hij het »voor” uitsprak, was zijn lot onherroepelijk beslist, en het was onmogelijk, dat hetgeen hier voorviel niet ruchtbaar zou worden. Welke houding zou hij daarna aannemen, daar buiten, hij op wien het stelsel van duffe rust altijd gerekend had als op een zijner pilaren! In zijn nood hief hij het hoofd op en zag rond met een strakken, verwilderden blik, in de hoop zeker iets te zien, dat hem uitredding en afleiding beloofde, en werkelijk, hij zag eene verandering in de pose der omringenden plaats grijpen; men week ter zijde, als om iemand, die pas aankwam, doortocht te geven, Er naderde eindelijk iemand met een vasten tred. Een weerzijdsche uitroep van verwondering, in beiden even oprecht, brak de stilte, die er was ontstaan.

— Frits! riep Don Abbondio.

— Mijn oom! riep Darfillijn.

Ik wenschte, dat ik met juistheid den toon kon teruggeven, waarop die weerzijdsche bevreemding van elkaar te vinden, werd uitgedrukt.

Bij Don Abbondio was het een soort van zucht naar redding, tegelijk met den schroom van den schrik van het geweten, dat zich niet volkomen zuiver wist tegenover hem, van wien hij haar wachtte. Neef en oom hadden geheime grieven tegen elkaar, en wellicht was het alleen uit aanzien Voor Eva, dat ze niet waren uitgebarsten, nu — was Eva niet daar.

Bij Frits was het integendeel eene mengeling van ironie en verwijt, die zich paarde aan de uiterste verrassing; naar zijne opvatting kon die man niet daar zijn dan als verspieder of als aanklager, zeker als hinderpaal, en hij legde het ook in dien zin uit, dat de aandacht zich zoo bijzonder op zijn oom had gevestigd en dat men hem omringde, op eene wijze, die wel wat dreigend scheen. Met de edelmoedigheid der zelfbewuste kracht begreep hij dat hij den bangen, bejaarden man, die daarenboven de vader van Eva was, beschermen moest. Hij was in dezen kring bekend, bemind, en zelfs kon hij wachten