Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/28

Deze pagina is proefgelezen

stelling was van zijn gefolterd leven, gelijk ook de laatste daad.

Karel van Bourgondië was zijn tiran geweest, zijn beul, zijn moorder; en toch kon deze met Franz Moor in het rond vragen: »Wie beschuldigt mij hier van moord?” Te Nancy bezweek de jongeling; een roerend poëtische dood! Te Nancy zou later eene andere lotsbestemming beslist worden; eene schitterende, die droevig en laag zoude eindigen! Voorwaar, als men de feiten der Geschiedenis naast elkander stelt, hier den teleurgestelden jongeling op zijn doodsbed, dáár den schitterenden veroveraar, verstikt in de ijsmoerassen, en boven beiden de hand, die den laatste neêrstortte, waar de ander nederzeeg, dan leest men het groote woord »rechtvaardigheid” in duidelijk, maar ontzagwekkend schrift.

Wij willen van Karel’s leven eene bladzijde opslaan, die ons zeggen zal, of er niet een uur geweest is, waarin hem teleurstelling voor teleurstelling is vergolden geworden, en waarin hij zelf heeft gevoeld en begrepen, wat hij anderen heeft doen lijden.