Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/294

Deze pagina is proefgelezen

omstandigheden, door eene zekere mate van tact en behendigheid, door lange oefening en veelzijdige ondervinding verkregen, en bovenal door dát zekere in het leven, dat door de menigte voor de uitkomst van schrandere berekening wordt aangezien, en dat dikwijls niet veel anders is dan hetgeen men geluk noemt of goede kansen, waarbij verdienste al eene zeer onbeduidende rol speelt.

Van afkomst was mijnheer Brandsen uit den geringen burgerstand; zijne opvoeding was geene hoogere geweest, en begeerte naar kennis noch vlugheid van bevatting, noch scherpzinnig raadvermoogen hadden die beperkte opvoeding verbeterd, noch den kring zijner denkbeelden en kennis uitgebreid en verrijkt. Hij had zich twintig jaren afgesloofd in slaafschen kantoor-arbeid, zonder zich ooit buiten den engen cirkel der alledaagschheid bewogen te hebben, en was op die wijze tot eene zekere gegoedheid gekomen, toen een man van rang en van onmetelijke fortuin, door eene noodlottige politieke verwikkeling zich genoodzaakt zag, in den vreemde schuilplaats te zoeken, en zijn vermogen en bezittingen om het zoo eens te noemen op genade en ongenade over te geven in handen van Brandsen, die een en andermaal zaken voor hem had gedaan. Daar het hier enkel de vraag was van eerlijkheid en stiptheid, kon die groote heer werkelijk geene betere keuze doen, en toen het kwade getij verloopen was, toen de duistere wolken aan den staatkundigen hemel waren opgetrokken, en hij zegepralende over zijne vijanden was teruggekeerd, om zijn rang te hernemen en een verdubbelden invloed te oefenen, vond hij zijne fortuin, die hij ter helfte had verloren geacht, in zóó bloeienden toestand terug, dat hij Brandsen, die enkel van goede trouwen promptheid bewijs had gegeven, als den schrandersten zaakbeheerder en geslepensten financier beschouwde en als zoodanig aanprees, waar hij kon. Van toen aan steeg de gelukster van Brandsen met verbazende snelheid. Welhaast was er gelijkheid van fortuin, die hem even snel tot den gelijke maakte van zijn beschermer, en door onderlinge goede diensten werden ze boezemvrienden. Er werd wel eens gezegd, dat de staatsdienaar, die de politieke gebeurtenissen eerder weten of eerder berekenen kon dan een ander, zijn Pylades telegrafische wenken gaf bij zijne speculaties