Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/304

Deze pagina is proefgelezen

den rand van ’t belachelijke, en zag dan rond, wie in haar moedwil mede stemde. En zulke oogenblikken waren voor Don Abbondio verschrikkelijk, het angstzweet brak hem dan uit bij de mogelijkheid, dat men meen en zou, dat hij zelf… ook maar begreep waarom men lachte…

Het oogenblik was daar om aan tafel te gaan. De heeren boden reeds de dames den arm om haar naar de eetzaal te voeren, maar Don Abbondio koos geene dame: kiezen is beslissen, en beslissen voor eene is iedere andere uitsluiten… liever wachtte hij, wie er achter bleef als hij, en aan deze was het dan, dat hij zijn geleide bood. Als men denken kan, was dat nooit de koningin van het feest, maar bijna altijd de leelijkste of onbeduidendste van het gezelschap, of eene die… niemand kende, dat wil zeggen waarmee niemand lust had gehad kennis te maken, of eene die door slechten of smakeloozen opschik den cirkel tegen zich had ingenomen… en toch, Don Abbondio had zoo goed als een ander zijn geheimen afkeer van diergelijke portretten. Had hij dus gehandeld uit goedheid, uit een gevoel van meewarigheid met de verstootenen en verlatenen, uit een Jonathan’s-gevoel bijvoorbeeld, dan zeker mocht geheel het geslacht hem dankbaar zijn voor zoo edelmoedige gezindheid jegens de misdeelden en verachten onder haar; maar wij weten, welk ander en treurig beginsel hem zijne handelingen ingaf; ditmaal echter werd het hem niet vergund zijne gewoonte te volgen; de schalke Albertine had zijn arm genomen, eer het hem mogelijk was haar te ontwijken, en hij had een voorrecht, dat hem door menig ijverzuchtig oog werd benijd. Zij gebruikte die gelegenheid om hem te beknorren over zijne nalatigheid om Eva voor te stellen aan haar oom, waardoor zij ook nu het genoegen miste haar te zien.

Don Abbondio, die zich vaster dan ooit had voorgenomen, dat dit samentreffen zoolang mogelijk vermeden zoude worden, en zoo ’t zijn kon voor altijd geweerd, antwoordde alleen, dat Eva zelden uitging en nooit op partijen, en dat op die wijze de relatiën der beide jongemeisjes zoo uiteen zouden loopen, dat dus… hij kuchte tweemaal, genoeg naar bij dacht, om haar voorzichtiglijk te doen begrijpen, dat Eva geene geschikte vriendin voor haar konde zijn.