Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/312

Deze pagina is proefgelezen

IX.
Don Abbondio bewijst zich edelmoedig en voorzichtig.


Bij het plan van aanval, dat men tegen Don Abbondio had ontworpen, ten huize van oom Aelbrecht, had Frits begeerd, het eerst den stormladder te mogen beklimmen. Luciaan was er tegen geweest, op dezelfde gronden als vroeger te Haarlem, maar toen Frits bleef volhouden, en aanvoerde dat hij nu sterk door de nieuwe rechten van dankbaarheid op zijn oom verkregen, bijna zeker was van diens toestemming in alles, en dat het nu wellicht niet tot dreigingen zou behoeven te komen, berustte Luciaan, onder voorwaarde altijd van de algemeene belangen niet onvoorzichtig prijs te geven, en dus liever alleen voor zijne eigen zaak te strijden. Aelbrecht ook, hoewel hij niet in het goede vertrouwen van Frits deelde, gunde hem den eersten stap te wagen. Zoo althans werd de positie van Eva verlicht, zoo niet gered, dan in ’t eind het kon haar niet gevergd worden, zelve van hare betrekking tot Frits het eerst tot haar vader te spreken.

Zoo haast dit ontwerp was goedgekeurd, zoo haast stelde men zich het uit te voeren; Luciaan en Aelbrecht bleven samen Frits bracht zijne nicht naar huis, niets gemakkelijker en meer natuurlijk dan met haar binnen te gaan, zijn oom te vinden, zonder veel aarzelen of inleiding voor het groote vraagstuk uit te komen, zoodra Eva zich had verwijderd;… maar bij dit begin had de jonkman geen geluk; wij weten, dat Don Abbondio uit dineeren was. Eva vernam bij haar thuiskomen, dat hij gelast had hem tegen half elf een rijtuig te zenden.