Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/328

Deze pagina is proefgelezen

ongetwijfeld, wat hem persoonlijk betrof, tot iedere concessie bewegen, doch daarmede zijn wij nog niet geholpen, en Frits mag zijne eigen belangen en wenschen niet vóór de onze laten gaan, veel min die gansch daaraan onderschikken; En waar Frits dus zou kunnen toegeven, daar moeten wij streng vasthouden aan onzen eisch. Denkt gij ons te ondersteunen of niet, mijnheer?

— Hoe gaarne ik het wilde, om aan deze zaak een eind te maken, dat kan niet, waarlijk, dat kan niet — zuchtte Don Abbondio op de wijze van iemand, die ziet dat hij zal moeten toegeven.

— Zoo wilt gij oorlog tusschen ons, en uw neef eene actie aandoen? — vroeg Luciaan, die meende dat hij nu met een trotschen aanval de overwinning beslissen zou.

— Neen, zeker neen! dat wil ik niet,

— Maar in ’t eind, mijnheer, wat wilt gij dan?

— Niets, ik wil niets…

— Gij moet toch een besluit nemen.

— Neen, mijnheer… neen, ik neem nooit een besluit— riep Don Abbondio in vuur.

Luciaan glimlachte onwillekeurig, en dit ziende, om zijne houding te redden. voegde Abbondio er meer bedachtzaam bij:

— Ik heb het altijd tot beginsel, de omstandigheden af te wachten en die voor mij te laten kiezen.

— Maar mij dunkt, indien ooit, ze dringen en dreigen u op dit oogenblik.

— Dat zie ik nog niet in…

— Ik verklaar u, mijnheer, ik ga niet van hier, dan met eene uitdaging of… vredesvoorwaarden, — sprak Luciaan, die hem verbluffen wilde — en…

Maar hij moest zwijgen; een bediende trad binnen en bracht zijn meester een brief. Don Abbondio verzocht verlof dien te mogen inzien. Luciaan boog zich toestemmend.

Het formaat was niet dat van een gewonen vriendenbrief, ook het cachet had iets officiëels… Toch was hij in geenerlei betrekking, die zulke correspondentie natuurlijk maakte. Don Abbondio doorliep haastig de beide pagina’s, brief en onderteekening waren van dezelfde hand, het moest eene confidentiëele mededeeling zijn. Bij het lezen verhelderde zich het gelaat van