Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/353

Deze pagina is proefgelezen

eerste en de eenige, van wien zij het tegendeel kon gelooven. Hij wenschte hare schatten niet, noch had die noodig; hij was van een voorkomen — dat hem ook anderen zou gewonnen hebben, en hij scheen haar toch te zoeken, haar en dus om haar zelve… toen zij begon dat te hopen, was zij reeds niet meer vrij, en had zij slechts één wensch, die hoop tot zekerheid te maken. Hetgeen haar daarbij belemmerde was eene jonge bevallige nicht, weeze zonder fortuin, die zij à titre van gezelschapsjuffer in haar huis had genomen, en die kennelijk eenig deel scheen te hebben in de opmerkzaamheid van Don Abbondio, zoo zij niet de voorname oorzaak was zijner bezoeken. Nog minder uit jaloezie dan wel om tot gewisheid te komen, verwijderde zij het jonge meisje voor eenigen tijd uit haar huis. Onder voorwendsel van haar eenige uitspanning te gunnen, liet zij haarde vrijheid de wintermaanden door te brengen in… eene kleine Noordhollandsche stad!! Maar het was werkelijk uitspanning voor de arme Sophia. Zij was niet gelukkig in het huis van mevrouw Frevel; en hare jonggehuwde vriendin te P… had haar lief als eene zuster en maakte haar het verblijf in hare woning zoo zoet als het zijn kan in eene omgeving van liefde, vrede en geluk.

Mevrouw Frevel ook genoot goede vrucht van hare krijgskunst; Don Abbondio had de reden dezer verwijdering geraden, en hij .had er voor zich zelf, voor zijne wenschen en plannen een zulke goede gevolgtrekking uit gemaakt, dat hij met meer gerustheid en dus ook met meer ijver zijn stelsel van fijne courtoisie doorzette. In den laatsten tijd waren zijne bezoeken zelf; zoo regelmatig geworden, dat de weduwe er hare uitgangen naar regelde, dat wil zeggen: zij bleef thuis als zij hem wachtte. Daarom was hij te meer verwonderd en te meer getroffen, haar de laatste maal niet te vinden, en te eer daar hun gesprek bij het voorgaand bezoek eene wending had genomen, die hem alle recht scheen te geven een beslissenden stap te wagen.

Waarvan was die eerste teleurstelling een bewijs? Wilde men hem afschrikken, of door onrust tot het uiterste brengen…? Wat er ook van ware, hij wilde zijne overtuiging hebben, en daarom was het, dat hij reeds den volgenden dag zijn bezoek hervatte.