Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/372

Deze pagina is proefgelezen

kennen, als men u verzekert, als ik u mijn woord geef, dat daaruit voor u noch voor de uwen moeielijkheid of schade zal ontstaan…

— Is dat ook al een droom van Frits, dat zijne zuster nog leeft…

— Ik ben hier niet om u mede te deelen wat anderen droomen, ik wil van u weten, wat gij zult doen, en ik begeer een antwoord, broeder.

En de toon waarop dit gezegd werd, scheen zulken indruk te maken op Don Abbondio, dat hij haastig antwoordde: Volgaarne en zonder eenige aarzeling — alleen toen hij zag dat zich Aelbrecht’s trekken verhelderden, voegde hij er op zijn zachtsten en vleiendsten toon bij:

— Alleen, mijn,goede Aelbrecht, er moet daarvoor werkelijk eene Katharina Darfillijn bestaan, eene dochter van uwe Margaritha.

— Meent gij, dat ik u de vraag zoude doen, zoo ik niet daarvan de volkomene zekerheid had?

— Ja, ik weet, er is eene Katharina ontdekt of eigenlijk… uitgevonden, maar gij die zoo juist ziet, gij die zoo dijn voelt, zult u toch door deze mascarade niet laten bedriegen.

— Ik zal u daarop alleen antwoorden, dat zij er is en dat ik haar in mijn huis wacht. Gij hebt haar dan nog niet gezien?

— Neen!

— Welnu, ik wel! En ik zal u iets zeggen, broeder, als gij haar zult gezien hebben, zult gij getroffen wezen als ik zelf door zekere gelijkenis en bovenal door bekoorlijkheden die het zeer natuurlijk zullen maken dat gij u tot haar beschermer stelt en haar al die weldaden verleent, waartoe eene vrouw zooals deze, ondanks onszelven, ons beweegt. Ik ook heb haar die geboden, en zou die werkelijk hebben verleend en nog willens blijven die te verleenen, zoo het hier niets gold dan een offer van geld, om eene weeze door het leven te helpen, of zelfs indien zij volstrekt een naam noodig had, juist dien van de Darfillijn’s, haar niet belemmeren in het dragen en ’t gebruiken daarvan, zoo Frits kon toestemmen; maar ziet gij, broeder, er is meer, er is, en dit weet gij niet, of zoo gij het weet, is het u niet zoo