Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/38

Deze pagina is proefgelezen

gewaarwordingen de vermetelheid dier burgers in hem mogen hebben opgewekt, hij verbloemde ze voor ditmaal, en Trier werd gekozen. Trier boog zich met welgevallen voor die keuze; Trier schikte zich op, vlocht bloemfestoenen, sierde hare huizen, dekte hare straten met tapijtwerk, opdat zijne paarden zacht mochten treden; pijnigde haar vernuft in het uitvinden van feesten; in het uitvinden van krachtige woorden, die hare vreugde moesten uitdrukken; in het uitvinden van nieuwe lofspraken, ter vereering van de deugden des komenden; men zegt zelfs, dat zij nieuwe deugden in hem heeft uitgevonden, om te ruimer stof te hebben voor haar feestgejuich, En de Duitsche adel deed voor Trier niet onder. Ten deele uit ijdelheid, ten deele uit nationalen trots, ten deele uit vleierij aan den Keizer zelven en zijn zoon, spande deze zich in om te schitteren, en getroostte zich opofferingen en moeiten, op de wijze als wij het gezien hebben bij de Markgravin van Spangenheim, wier handeling en beraadslaging niets was dan een tafereel van alles wat Frederik ’s hovelingen, van den grootsten tot den kleinsten, moesten aanwenden en zich getroosten, om de pracht der komende vreemdelingen te evenaren en zoo mogelijk te overtreffen. De Vorsten drukten hunne onderdanen door nieuwe heffingen; kleinere landheeren gaven hunne goederen en vazallen in pand bij woekeraars; ridders en kleine adel, die niet genoeg te beleenen hadden, wikkelden zich in schulden, waarvan de schuldeischers den last zouden dragen — maar allen, zonder onderscheid, moesten door ongewone en schadelijke pogingen zich opheffen tot een ongewoon praalvertoon; en toch had zich de Duitsche natie, door hare eenvoudigheid van zeden tot hiertoe van de overige volkeren der Christenheid onderscheiden. En zij zou wel gedaan hebben zoo zij zich bij deze gelegenheid had durven toonen zooals zij was, en niet had willen schijnen wat zij niet was. Zij waagde veel met die onhandige nabootsing van eene weelde, waarvan alleen onzekere geruchten tot haar gekomen waren, en die ook, zoo zij ze had gekend, in hare volkomenste verfijning ten eenenmale buiten het bereik harer krachten had gelegen. Zij waagde hare fortuin en hare achtbaarheid. De vader der Markgravin had gelijk: zij had zich niet op den voet der mededinging moeten stellen, zoo had zij zich