Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/387

Deze pagina is proefgelezen

die het in ’t eind niet helpen kon, dat gij ongelukkig waart in haar huis.

— Neen, daar hebt gij gelijk in, mijn radelooze hartstocht bedierf alles; Darfillijn kon niet naijverig zijn op een knaap, maar zijn trots was gekrenkt dat ik durfde aanbidden waar hij… door koelheid martelde. Hij toonde het mij door mij te krenken en te vernederen tegenover haar. O! God alleenweet wat ik geleden heb in die dagen, de eerste lentedagen der jeugd! Was het vreemd, dat een leven wild en stormachtig was dat zoo aanving!

— Ik sprak niet van onze jeugd om u leed te doen, ik wilde u alleen herinneren, dat gelijk gij mij toen beheerschtet door physieke kracht, gij het nu schijnt te willen door eene andere meerderheid, en door deze opnieuw met dwang van mij te verkrijgen wat gij weet dat mij tegen is te geven, en waar ik weiger, neemt gij voorstellingen te baat, die, hoe weinig ik er aan hecht, toch als dreigingen klinken, — en ziet gij, dit van u, die in goeden ernst in moraliteit niets op mij voorhebt, dan… ondervinding en avonturen van zulken aard… dat, vergeef mij, ik neem slechts eene uitdrukking over die gij zelf hebt gebruikt, dat gij u zelf van boozen hartstocht aanklaagt, en u vergelijkt bij Kaïn, — niets minder dan dat!

— Er is zelfs méér dan dat. Gij kent nog niet de helft van mijn levensloop.

— Bij geruchte weet ik er zoo een en ander van, en indien men alles wilde gelooven wat er verteld wordt!…

— Zeg mij, wat wordt er verteld?

— Liever niet. Ik meen alleen, indien men wilde gelooven, zou… o dit uw recht om tot mij te spreken als gij deedt niet versterken.

— Te eerder kunt gij het zeggen.

— Mij dunkt niet. Als het u al te hard of al te onwaar klonk, mocht gij het kwaad gerucht op den overbrenger wreken, en ik zou wenschen dat wij vrienden scheiden…

— Mij dunkt, naar ’t geen gij mij reeds hebt gezegd en naar de wijze waarop ik het heb aangehoord, kondt gij gerustheid hebben, dat ik… in geduld heb gewonnen…

— Dat is waar! ik vind u oneindig kalmer en zachter dan