Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/389

Deze pagina is proefgelezen

het mij zelfs zeer veel kostte te doen wat ik moest doen. De monnik is na een vonnis van zijne geestelijke overheid, dat volkomen billijk was, door mijne hand onthoofd, ten aanzien van de lieden die zijne misdaad kenden en die recht hadden, tegenwoordig te zijn.

Don Abbondio was ontzet van de akelige koelheid, waarmede Aelbrecht dit zeide; maar hij wilde zijne vrees en zijn afschuw niet laten blijken, en hij hernam:

— Maar gij hebt dan in Italië als exécuteur des hautes oeuvres gefungeerd…? Snel en geheim recht geoefend op de manier van een veemgericht?

— Juist op de manier van een veemgericht — hernam Aelbrecht doodsbleek, altijd met zonderling strakke trekken; en hetgeen u misschien eenigszins verwonderen zal, misschien wel een weinig verschrikken, is dit: dat ik dat gericht ook in Holland denk te oefenen…

— Ik… onderstel… dat gij schertst, broeder, maar anders zou ik u raden, hier te lande van die functiën… af te zien; wij genieten hier nogal den zegen eener goede politie, en ik twijfel of gij eene crimineele rechtbank volkomen bevredigen zoudt met de rechtmatigheid en de noodzakelijkheid uwer tusschenkomst!…

— Juist! Hier in Holland, als men schuldigen straffen of lastigen uit den weg ruimen wil, moet men anders doen, men moet omwegen nemen die ons van alle verantwoordelijkheid ontslaan! Men moet de daad veroorzaken, men moet de middelen aangeven, men moet haar niet zelf doen, maar men moet het onvermijdelijk maken dat zij gedaan wordt, opdat men, als zij gedaan is met een opgeheven hoofd, tegen de menschen kan zeggen: ik ben onschuldig aan dit, en zelfs zijn geweten omkoopen, tot men nog moed en kracht houdt, om met overtuiging tot anderen te zeggen: zie… ik ben onberispelijk. Dit nu is eene kunst, die ik nog niet heb geleerd, en waarin ik onderricht kom vragen bij u.

— Bij mij… bij mij… — herhaalde Abbondio in verwarring — ik weet niet wat gij zegt, ik begrijp niet wat gij wilt, wat gij bedoelt.

— Het bewijs dat gij mij volkomen verstaat is, dat gij sid-