Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/403

Deze pagina is proefgelezen

zeggen wilden, waar zij die oorzaak niet konden wegnemen, rieden haar eene andere lucht aan, het droge zuidelijke klimaat kreeg de schuld van een lijden dat van geen hemelstreek afhankelijk was; maar het moest beproefd worden, Darfillijn wilde het, eischte het zelfs, het gezicht zijner trouwe liefhebbende gade hinderde hem bij zijne waagstukken, het gezicht zijner kinderen schrikte hem somwijlen uit zijne droomen op als eene aanklacht die ze veroordeelde. Met haar zoon Frits en met de kleine Katharina was zij naar Amsterdam vertrokken en leefde daar, meer gezond, meer rustig, zoo al niet meer gelukkig dan aan de zijde van een echtgenoot die doorgaand vergat dat zij met hem was, en hoe zij door hem leed. Dit lijden vooral brandde Darfillijn op zijn geweten nu hij in de sombere eenzaamheid van zijn kerker bekoelde van al zijne hersenschimmen en niet meer afgeleid door de afleidingen van het werkelijk leven, tot nadenken kwam en tot inkeer in zich zelven. Van dit lijden bovenal wilde hij haar vergiffenis vragen en hoopte die te krijgen door eene belijdenis zonder eenige terughouding van al wat er met hem voorgevallen, wat er in hem omgegaan was in de laatste jaren; aan eene andere had hij haar niet opgeofferd, maar hij had haar aan zich zelven opgeofferd, aan zijne begeerten, aan zijne bejagingen, en zóó weinig had hij haar in die vele jaren van hun huwelijk recht leererl kennen, zóó weinig had hij de echte waarde van die liefelijke vrouwenziel leeren schatten, dat hij wanhoopte aan hare vergiffenis, zelfs na de belijdenis zijner schuld, en niet wilde dat ze haar zoude toekomen zoolang hij leefde, en omdat hij toch vreesde dat zij hem niet zou willen weêzien na hetgeen hij haar te belijden had! Op zijne begeerte, die door Don Abbondio met zijne gewone zwakheid werd ingewilligd, werd Margaritha niet met den geheelen omvang van haar ongeluk en zijn toestand bekend gemaakt, zijne gevangenschap haar voorgesteld als eene beperking zijner vrijheid voor een korten tijd, en de verre reis haar ontraden om velerlei redenen samen, de arme moest wel gelooven en volgen, en toen zij begon te wantrouwen, toen zij geene andere stem meer hoorde dan die van haar hart, was het te Iaat… maar wij wijzen uwe nieuwsgierigheid op een einde waartoe wij nog niet gekomen zijn, wij spraken van Darfillijn’s bekentenissen. Wat zij inhouden