Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/419

Deze pagina is proefgelezen

— Dat alles eene nieuwe list was van den ongelukkige. En nu, Carlotta, ik heb uwe moeder liefgehad, en gij… zijt mijne verloofde. Beslis zelve — of gij nog mijne echtgenoote wilt zijn…? Katharina-Carlotta antwoordde niets — maar zij reikte hem de hand — en hij begreep haar zwijgen.

— Voor mij nóg geluk! — riep hij in verrukking, terwijl hij zich aan hare voeten wierp.