Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/90

Deze pagina is proefgelezen

hier, als bij de spraakverwarring van Babel, en de Duitscher , die anders genoeg Fransch kende, om met ware Bourgondiërs om te gaan, verloor hier den draad van iedere gissing; daarbij was het een gewemel en geloop en tegen elkander hotsen, een verdringen en verjagen onderling, waarbij er geenerlei vraag gehoord of beantwoord kon worden. — Eindelijk vatte hem een oudachtig man bij den arm, die, naar het uiterlijk te oordeelen aan den dienst van de keuken moest verbonden zijn.

»Ludwig! volg mij,” sprak hij in vrij goed Duitsch; »in de fruitkamer heb ik iets voor u, arme landsman! die bij den avondmaaltijd geen toegang hebt. Kom mee.”

Romuald, die het een weinig op zijne goede fortuin moest laten aankomen, volgde dien man dien hij ten minste verstaan kon, en die hem wellicht van dienst zou kunnen zijn, hetzij bij zijne nasporingen, hetzij bij zijnen wensch om den Hertog te naderen.

Een afzonderlijk korps dienaren was tot den dienst van Karel’s nagerecht verordend; die fruitkamer dus, waar de Luxemburger hem vóórging, was opgevuld met lieden van allerlei leeftijd, die er de plichten van hun dienst kwamen uitoefenen. Het was er reeds schemering, gelijk in geheel het klooster, waar licht en lucht maar zeer weinig toegang gelaten werd; niet vreemd was het dus, dat deze meester-spijsbezorger, die zeker door eenige gelijkenis moest getroffen zijn geweest, de vergissing niet ontdekte, maar de wijn en het koude wildbraad en de geurige druiven. die hij voor den lieveling ter zijde gezet had, met ronde gulheid aan den vreemdeling voordiende, terwijl deze inmiddels bij zich zelven overleidde hoe hij de gewenschte ondervraging aanvangen zou.

Maar nieuwe personen kwamen binnen. »Houd u hier wat ter zijde,” fluisterde zijn gastheer hem toe; »daar zijn de knechten fakkeldragers, die komen om de wastoortsen, welke ik moet afleveren.”

Nadat de man hem tot die bezigheid verlaten had, stond de Duitscher alleen in den gekozen hoek, toen op ééns een der binnentredenden de tijding bracht, dat de Hertog terug was. Plotseling werd alles nog meer leven en werkzaamheid: men hoorde stemmen bevelen geven, en men zag ze met drift uit-