Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/337

Deze pagina is proefgelezen

verzorgen, zou gelukkig zijn met haar eindelijk toegeven aan de wenschen van zijn hart. Zij was eerlijk genoeg om hem de oorzaak van haar besluit mede te deelen; hij had er vrede mede. Zeker, die jongelieden zouden gelukkig geweest zijn, vereenigd door gemeenschappelijke belangen en elkander gelijk in ontwikkeling. Mijne vrienden ook meenden nog meer in mijn belang gewerkt te hebben dan in het hunne, toen zij, door de weddenschap te winnen, mij terug hielden van hetgeen zij eene domheid noemden. Zoo had eigenlijk niemand schuld dan ik alleen, die eerst mijn hart had geplaatst waar het niet behoorde, en toch niet genoeg zelfstandigheid had om mij zelven gelijk te blijven; dan had ik ten minste het lot gehad dat ik mij verdiend had, en dat in mijne plaats de arme bruidegom van Angèle ondergaan heeft. Mijn broeder, die op eene zoo plotselinge verwisseling van toestand niet bedacht kon zijn, had last gegeven, de trouwplechtigheid, die er plaats vinden zou in de kerk St. Gervais, bij de middernachtmis, op eene gewelddadige wijze te storen. Hij had een lettre de cachet weten te verkrijgen tegen den bruidegom. Zeker dat die bruidegom geen ander zijn kon dan ik zelf, was er geen naam genoemd om de familie te sparen; in jeugd en gestalte had Maurice veel overeenkomst met mij; op het onderscheid in kleeding werd alleen gelet, om dit als vermomming te beschouwen. Mijne vrienden waren gevlucht, toen zij het »de par le Roï” hoorden uitspreken. En ondanks de smeekingen van Angèle, en ondanks de ophelderingen die Maurice wilde geven, sleepten de beide werktuigen eener tyrannieke willekeur hem met zich voort naar de Bastille. In de eerste dagen streed Angèle met den wil om den Hertog de Sabran van alles te onderrichten, en de bevrijding te vragen van haar echtgenoot; (want de plechtigheid was voltrokken) en met de vrees mij het slachtoffer te maken van die opheldering. Het ware toch nutteloos geweest, want toen de onrust haar eindelijk heendreef naar het hôtel de Sabran, was de Hertog voor haar ongenaakbaar. Het schijnt dat mijn broeder, toen mijne vrienden hem na eenigen tijd bericht gaven van mijn oponthoud in Bretagne, en de huwelijksgeschiedenis als eene aardigheid vertelden in de cercles, niet eenmaal zich de moeite heeft gegeven, te onderzoeken wie toch het slachtoffer kon ge-