Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/347

Deze pagina is proefgelezen

een geduchten degen op zijde, staat voor haar in eene houding, die hij tracht eerbiedig te maken, doch die juist door dat opzet wat stijf is geworden.

Een beeldschoone knaap, een page van een jaar of dertien, met oogen als een kleine demon en trekken, zacht en liefelijk als van een cherubijn, zit aan de voeten zijner meesteres, die niets anders dan of hij een klein schoothondje ware geweest, zich bemoeit zijne zijdeachtige lokken in veelvuldige kronkeling om hare vingers te winden, en alsof een Spaansch gezin niet voltallig kon wezen, of er moest ten minste één monnik bij zijn, vinden wij hier ook den goeden Fra Ambrosio, in al de majesteit van een biechtvader, ten bezoek bij zijn biechtkind, en in al de zalving een er volkomene rust.

Terwijl dit gezelschap nu bijeen is op de eerste verdieping, klimmen de tonen der mandoline van onzen Prins tot hunne ooren, en voeren zijne stem op hunne maat met zich.

»Bij Onze Lieve Vrouwe van Atocha! dat is dezelfde zanger van gister en dat is nu voor de derde maal”, spreekt de duenna zacht en bedenkelijk tot Fra Ambrosio, De monnik antwoordt alleen met een welgevallig knikje, want die muziek streelt hem zoetelijk het oor, en hij begrijpt heel goed dat de sennora haar ten derdenmale wil aanhooren.

De sennora glimlacht, bloost en werpt het hoofd achterover om de klanken beter op te vangen, en dubbel te genieten. De page slaat met schalkheid de maat met den waaier, die zijne meesteres heeft laten vallen; alleen de Matamore trekt de wenkbrauwen samen, en zijne trekken worden zoo bewolkt als de lucht vóór een orkaan.

»Ik heb die stem meer gehoord, madonna!” spreekt hij streng.

»Ik ook, sennor Conte!” antwoordt zij, en de glimlach boort twee diepe kuiltjes rondom haar mond.

»Het is geen Spaansch, dat men zingt,” roept de sennor Conte, en zijn oog flikkert.

»Neen, het klinkt als Italiaansch,” herneemt de schoone zeer kalm.

»Maar, sennora, zult gij dan toestaan… dat men onder uw balkon zingt?”