Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/350

Deze pagina is proefgelezen

komt, luistert hij veel liever, hij twijfelt niet of zij geldt hem, en al te gelukkig ditmaal te worden opgemerkt, bekommert hij zich niet veel over de soort van opmerking, die hij verovert; dit bekommert meer zijn trouwen Matteo, die terstond bij het openen der jalouziën de papieren lantaarn uitblaast, waarmede hij zijn meester door de duistere straten had voorgelicht. Noch de sennora noch de sennor zagen dus iets meer, dan de onbestemde gedaante van een man in een mantel gewikkeld, want helaas! het spijt ons dit te moeten verklaren, de maan was niet hoffelijk genoeg, om. zooals het behoorde, de serenade te illustreeren door haar licht, en met den besten wil van de wereld kon de avontuurlijke jonkman geen blik ontvangen van zijne dame, noch een dolkstoot van een medeminnaar.

»Don Antonio Sondez!” zegt Donna Anna tot dezen met verontwaardiging over zijne gewelddadigheid.

»Tot uwe orders, mijne gebiedende vrouwe!” roept Angelo Manriquez haar toe.

»De snaak antwoordt op mijn naam!” riep de sennor met verhoogde ergernis; »dat hij kome, dat ik zijn aangezicht zie, dat ik schielijk wete, wie het is, die mij dus hoont en beleedigt; dat ik hem straffe; dat ik mij wreke!”

»Ja, laat hem komen, laat hem komen,” herhaalt Donna Anna, na zich eene wijle bedacht te hebben; men kan zijn lot niet ontgaan — »ik zie het wel, ook hij niet… Dolcettino! mijn kind, ga en geleid dien cabellero hier binnen.”

»Monsignor! Monsignor! om der wille van uws vaders naam, volg niet, ga daar niet binnen, het zal een valstrik zijn,” fluisterde Matteo angstig, toen Dolcettino hem de vergunning zijner meesteres mededeelde. Maar de jonge man luisterde niet eens, met zooveel haast als hij volgde; slechts wierp hij hem zijn mantel toe eer hij binnentrad. Men kan zich denken onder hoe verschillende gemoedsaandoeningen hij daar boven werd afgewacht; maar de jonge Prins had er slechts ééne, ééne onverdeelde gewaarwording van blijdschap, dat hij zoo nabij was gekomen aan zijn doel. Bij de geliefde zijn, haar zien, zich aan haar vertoonen, op welke voorwaarde dan ook, tot welken prijs die vreugd moest betaald worden, dat was hem om het even. Met vroolijke haast deed hij eenige schreden in ’t vertrek, zag toen