Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/358

Deze pagina is proefgelezen

iets meer kalms dan een minnaar, zonder toch de dienstvaardige galanterie daarom buiten te sluiten. Met één woord, wij zouden moeite hebben om voor die betrekking de juiste benaming te vinden, zoo het niet ,vare dat zij gestempeld was door het woord page, dat alles aanduidt wat de jeugdige knaap voor haar was en zijn moest. Zonder deze zachte en kalme genegenheid, waaraan Donna Anna tot hiertoe genoeg had ter vervulling van de ledigheid in haar hart, zoude Manriquez zeker groote vorderingen hebben gemaakt in hare gunst, want konden tweeërlei belangen en wenschen beter overeenkomen dan de hunne?

Donna Anna vond het zeer aangenaam en zeer gepast, dat men haar het hof maakte, maar zij had nog volstrekt geen plan op een huwelijk, dat hare vrijheid bond.

De jonge Prins was zoo verliefd als men het zijn kan op zijn achttiende jaar, en verlangde niets liever dan er alle bewijzen van te mogen geven in diensten van de fijnste en ridderlijkste galanterie; maar het denkbeeld aan het huwelijk, een huwelijk met Donna Anna, of welke andere Spaansche dame ook, kon wel niet opkomen in den erfgenaam van het prinselijk geslacht der Sotero’s, voor wien wellicht eene Siciliaansche of Napolitaansche Prinses was bestemd, die hier of daar in een klooster zat te wachten, tot zijne jeugd haar roes zou de hebben doorgetuimeld… zoo was de toestand en de stemming der wederzijdsche partijen, toen de jonge Prins op hetzelfde avonduur als naar gewoonte bij zijne dame binnentrad, maar met eene haast en eene onrust, die veroorzaakt werden door een beangstigend en verward gerucht van stemmen, snikken, zuchten en gillen, dat hem reeds in het voorvertrek tegenklonk. Hij dacht niet anders of de wezenlijke Don Antonio de Sondez, van zijne wonde hersteld, was in persoon daar binnen, om aan Donna Anna rekenschap te vragen van zijn gestort bloed, en het verlies zijner bevalligheid. Eene snelle blik over het vertrek overtuigde hem echter van het tegendeel. De gewone omgeving van Donna Anna was er wel, en zelfs Fra Ambrosio, de duenna, twee andere harer vrouwen waren daar en haar groote voetknecht; maar geen Don Antonio was er te zien en de kleine Dolcettino miste er ook.