Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/378

Deze pagina is proefgelezen

»Als gij wilt dat ik uit de wereld een diepgevoelden doodsangst zal met mij nemen in het verblijf der ruste, geef mij dan te vreezen dat gij niet wilt voldoen aan mijne bede: wees vroom, — wees voorzichtig, — leef voor uw grootsch geslacht!,… het moet begeerlijk zijn een naam en een geslacht te hebben…” zeide zij met een donkeren blos, maar kon geen ander antwoord van hem wachten dan zijn diepgetroffen blik. De Koning was genaderd; de duenna stiet haar ontstuimig voort.

Met dien nieuwen indruk in het hart verliet de Prins van Sotero ditmaal het koninklijk paleis; aan het zijne vond hij den page van Donna Anna met eene uitnoodiging om haar te komen zien. Hij volgde Dolcettino, maar niet zoo verheugd, als men zou kunnen denken. Hij begon zijne overwegingen te maken omtrent het karakter der beeldschoone weduwe en vergelijkingen tusschen haar en Donna Juanna.

Een woord, dat de Koning gezegd had, had reeds de eerste pijnlijke gewaarwording over haar in hem opgewekt; want in ’t eind het was zoo. Zij had zonder aarzeling zijne belofte aangenomen, alles te wagen tot zijn leven toe, om haar gunsteling te redden; nog meer zij had die belofte uitgelokt, als in den mond gegeven; zij had er eene prijs op gezet, die het weigeren onmogelijk maakte; en nu, dat vreemde jonge meisje, zij had gesidderd voor zijn leven nog eer zij hem had gekend, alleen uit menschelijkheid, uit zacht gevoel, en nu zij hem kende, had zij tot geen prijs den noodigsten dienst voor haar zelve van hem willen aannemen, uit vreeze van hem in gevaar te brengen.

Dat was een edel vrouwenkarakter, zonder zelfzucht en vol zachte berusting in een lot, dat bij hare veertien jaren toch wel zwaar moest zijn te dragen… En welk een glans van schoonheid had die goedheid, die edele kalmte, die vrome onbaatzuchtigheid heengeworpen over het gelaat,… en dan, Donna Anna, die hem wachtte schitterend — zegepralend, uitgerust met alle wapenen der behaagzucht, en gedekt door het schild der zelfzucht: neen, zij kon de vergelijking niet meer doorstaan; en hoe zeker zij zich ook had voorbereid op eene volkomene overwinning, hij, die tot haar kwam, had zich voor-