Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/380

Deze pagina is proefgelezen

zegt dat een huwelijk u noodig is geworden, welnu, huw Don Antonio de Sondez, den waren, meen ik. Wat ik voor u denk te doen… om niet meerdere schade toe te brengen aan uw naam ik zal mij de boete opleggen uwe schoone oogen niet weêr te zien.”

En de Prins, overtuigd dat het onnoodig was de uitwerking van dezen raad gade te slaan, vooral toen hij de sennora aarzelen zag tusschen eene flauwte en een aanval van woedenden toorn, boog zich zeer diep, voordat zij tijd had zich tot een van beide te bepalen, en voegde zich bij Matteo, die hem wachtte, ditmaal de zorg voor Fra Ambrosio aan een ander overlatende.

Dolcettino had in het gaan naar het huis zijner meesteres, aan Manriquez verteld dat Donna Juana zijne moeder als min had gehad, en dat niemand meer van hare afkomst wist dan dat zij bij Donna Margaretha d’Ulloa werd opgevoed met zeer veel geheimzinnigheid, en dat men Donna Maria de Mendoza voor hare moeder hield; bij het graf dier dame had zij dien avond gebeden. Dolcettino had haar somtijds bezocht met zijne moeder, en zij had hem als haar zoogbroeder altijd met zachte welwillendheid behandeld.

In ruiling van deze berichten wist de Prins den page mede te deelen dat den volgenden dag, in de kerk van het Madrigale, de jonge sennora het kleed der nieuwelingen zoude ontvangen uit de handen van den aartsbisschop van Lima en dat de Koning hem uitgenoodjgd had die plechtigheid bij te wonen. Dolcettino bad hem in zijn gevolg derwaarts te mogen gaan, dat Manriquez hem vergunde.

Het oog van den jongen Prins had niet met hartstochtelijken gloed, maar met innige, diepe bewogenheid op de zachte en liefelijke gestalte van Donna Juana gerust, eer zij door den witten sluier der nieuwelingen voor altijd aan de blikken der wereld werd onttogen; hij had meen en te zien dat die liefelijke oogen zich nog eenmaal naar hem hadden opgeheven, en dat de fijne witte handen, zich als smeekend hadden gevouwen. Hij meende de beteekenis begrepen te hebben en beloofde te gehoorzamen aan de stille beden.

Den volgenden dag verliet hij Madrid en keerde naar Sicilië weder, als een veranderd mensch. De diepe indruk, dien Juana