Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/381

Deze pagina is proefgelezen

op hem gemaakt had, was blijvend; hij verdrong alle invallen, alle luimen van ’t oogenblik.

De oude Prins van Sotero schreef drie maanden na de thuiskomst van Manriquez naar Madrid, om te vernemen, of de nieuwelinge van eene afkomst was, die een huwelijk met zijn zoon mogelijk maakte en of men te vreezen had dat de Koning zich verzetten zou tegen haar terugkeer in de wereld.

Op die beide vragen werd geantwoord met dezelfde inlichting. Donna; Juana was van zoo hooge geboorte, dat de Koning haar alleen aan een vorst kon uithuwen, en daar er bijzondere redenen waren, waarom hij haar niet aan een Grande van Spanje kon ten huwelijk geven, en aan geen buitenlandschen Prins kon aanbieden, had men het klooster als de eenige voegzame wijkplaats voor haar gekozen, ondanks hare moederlijke verwanten, die voor haar dit lot betreurden. De Prinsen van Sotero, vader en zoon, hadden geen andere inlichtingen noodig.

Er werd bij den Koning een officieel aanzoek gedaan, om de hand van Donna Juana, Filips II had zijne redenen om toe te stemmen, en met volle pracht werd spoedig daarop te Madrid het hooge huweiijk gevierd van Angelo Manriquez, Prins van Sotero, en Donna Juana de Mendoza. Donna Juana was eene dochter van Don Juan van Oostenrijk, door hem zelf erkend en den Koning aanbevolen!…

En nu vraagt wellicht iemand naar de moraal van deze kleine novelle. Ik vraag op mijne beurt, heeft zij u eenige oogenblikken vermaakt, eene wijle ontspanning gegeven van ernstige bezigheid, of van pijnlijke gedachten eene wijle afgeleid?… bij eene geschiedenis van serenaden, duel en spaansche dames, vraagt men hoop ik niet veel meer, en daarbij zoo er Donna Anna’s of don Manriquez in Holland mochten zijn, kunnen zij hunne toepassing zelven maken.


Juli 1847.