Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/129

Deze pagina is proefgelezen

idealen, door klanken en zeepbellen in één woord, maar toch klanken en zeepbellen, die afleiden en verpoozen, en die misschien menig arm hart voor breken hebben bewaard. Johanna werd dichteres noch schrijfster, maar zij deed eenen stap, waartoe in hare dagen meer moed en meer heenzien over vooroordeelen noodig was, dan nu om papier te kleuren met inkt: zij werd eene dochter van Luther’s leere. Hoe, en bij welke gelegenheid zij reeds in 1520 in gemeenschap kon treden tot den kleinen kring der hervormingsgezinden, blijve mijnen lezers nog vooreerst een geheim; gelijk het ook hare moeder en verwanten een geheim bleef, waarom zij, na eenen langen uitstap naar Woerden, van dáár teruggekomen was, wel zachter, wel deemoediger, wel minder bits, wel meer goedaardig, maar tevens zoo zichtbaar lijdend, zoo ontrustend bleek, zoo onherkenbaar veranderd in haar uiterlijk. Zeker is het, dat zij op Luther’s woord: »onderzoek de Schriften!” het Evangelie geopend had, om er troost uit op te vangen, een troost, die heden onder het bereik ligt van iederen lijdende, maar dien deze dikwerf vergeten, tot hunne waarachtige schade vergeten, daarin te zoeken.

Met haren tweelingbroeder, die nu te Utrecht was teruggekomen en die op de Leuvensche Hoogeschool vertoefd had, om er eenige wetenschappelijke kennis op te doen, zonder bepaald naar een en graad te staan, was Johanna innig vertrouwd geworden. Op een enkel geheim na, dat van hare toetreding tot het nieuwe geloof, zooals men het toen vrij oneigenlijk noemde, liet zij hem lezen in het diepste van haar hart, gelijk hij haar te lezen gaf in het zijne. Zijne liefde tot de Hooggeboren Jonkvrouw Ottelijne wist zij het eerst; maar zij ook was het, die het meest hem deed wantrouwen aan medegevoel, die met angstige zorg het klimmen van zijnen hartstocht zocht af te weren, die altijd het langst aan de waarheid van zijn geluk bleef twijfelen: de arme had immers zelve zoozeer het bittere van de teleurstelling gekend; zij had zoozeer het geloof verloren aan. de verzekeringen van anderen! zij vreesde zoozeer voor haars broeders nog sterker gespannen verwachting de jammerlijke verplettering der verijdeling, voor zijn even vurig kloppend hart de grieve van