Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/228

Deze pagina is proefgelezen

aan onderwezen worden; zij brandde van verlangen, om de prediking te hooren van eenen Evangelischen Leeraar, maar Paul reisde in Holland, en zijne vrienden wenschten hem voor zijne veiligheid niet in Utrecht terug. Eene poging van den Vicaris, om hem met een Bisschoppelijk machtwoord, ondersteund door de wereldlijke krachten van Utrechts Vorst, van Ottelijne terug te vorderen, was alleen mislukt, omdat, door Johanna’s zorg, de jonge man toen reeds verre van daar was; doch ze strekte hun tot een bewijs, hoeveel belang er moest gesteld worden in het bemeesteren van zijnen persoon, en hoe noodig het dus was, dat hij zich niet blootgaf. Maar Johannes van Woerden predikte somtijds in zijne stad, en met dien warmen Godsdienstzin, die sterker wordt naarmate de jaren klimmen, of bij een levendig besef van een naderend eind, had de weduwe den heimelijken tocht naar Woerden mede ondernomen, waaraan meerdere van hare medeburgers toen reeds begonnen deel te nemen. Zoo was zij belijdster geworden van de Evangelische geloofsstellingen. Toen Laurens, om hare ziekte, van Amsterdam werd opontboden, was Paul van Mansfeld bij hem; en de zucht om eene stervende toe te roepen: »schuldvergiffenis en zaligheid!” en tot de overblijvenden te spreken van wederzien, had dezen, in weerwil van zijnen Hollandschen gastheer, doen besluiten, om, met blinde verachting van wat hem konde bedreigen, zich weder te wagen op Utrechts grondgebied, binnen de muren der Bisschopsstad zelve!

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Shakespeare laat zijnen Hamlet zeggen: »daar bestaat meer tusschen hemel en aarde, dan zich de wijsbegeerte droomen kan”, en onder dat vele reken ik ook dat onverklaarbare iets, dat zielen, sterk aaneen verknocht, hetzij door overeenstemming, of door het bloed, gelijktijdig van elkanders wel of wee overtuigt, dat haar als van elkanders nadering bewustheid geeft, of met onweerstaanbaren trek naar elkander heendrijft op oogenblikken, waarin zij elkander juist het noodigst zijn. Wij zouden het niet gaarne wagen om te beslissen wat het is; slechts betuigen wij te gelooven, dat het bestaat. Raadplege