Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/25

Deze pagina is proefgelezen

hij zocht; rust genoeg, maar geen gemeenschappelijk streven naar een groot doel. De lage en plompe onkunde der monniken van zijnen tijd, hunne onverschilligheid omtrent datgene, waarvoor hij in warme geestdrift gloeide, hunne slaafsche gehechtheid aan ledige godsdienstvormen bij volslagen gebrek aan godsdienstzin, zouden hem welhaast ondragelijk zijn geworden, zoo het niet eene waarheid was, dat de meest wijze ook altijd de meest toegevende zal zijn; hij vergaf hun, en waar hij een ernstig woord ter verbetering konde spreken, daar sprak hij het, zonder zich echter te veel te vleien met eenen goeden indruk; doch wetende, dat het voorbeeld de krachtigste prediking is, begon hij met zich zelven te hervormen, eer hij aan de hervorming van anderen dacht. Het samenzijn met de monniken werd eene louterende proef voor zijne Evangelische deugd; toch stond hij die moedig door, en toen hij in 1515, door Bisschop Frederik van Baden, uit de duisternis van het klooster tot openlijke Geestelijke waardigheden geroepen werd, had hij zich eenen schat van praktische Christelijke wijsbegeerte verworven, die hem den meester maakte van zich zelven en anderen. Nu in een beter licht gesteld, was hij opgemerkt geworden door de groote mannen van zijnen tijd, die vóór en nevens hem de behoeften en eischen der eeuwen de groote worsteling, die zóó aanving, met een bekommerd en belangstellend oog gadesloegen. Zoo had hij de eer eenen vriendschappelijke verbintenis met Erasmus; zoo was de verheven jongeling Melanchton een voorwerp zijner oplettendste aandacht en heimelijke vereering, Toch was hem als Priester de eere en de éénheid der bestaande Kerk te lief, om niet de ruwe bitsheden af te keu en, waarmede de Augustijner monnik Luther toenmaals, in brandende geestdrift, de zieke Kerk trachtte te genezen, en om niet met een kloppend hart toe te zien bij de geweldige slagen, die der ongeneeslijke zouden worden toegebracht. Hij was, om het met een woord onzer eeuw uit te drukken, van de. behoudende partij; hij hoopte alles van den tijd, van langzame wijzigingen, van trapsgewijze verbeteringen, en bovenal van waardige voorgangers.

Daarom ook, toen Philips van Bourgondië Bisschop van Utrecht geworden, het oog op hem sloeg, om de moeielijke plichten