Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/63

Deze pagina is proefgelezen

dat achterbleef, gaf zij niet die stoornis, die men pad kunnen verwachten.

Het is zoo, sommige Bisschopsgezinden en Stichtsche grondbezitters klonk zij schel in de ooren, als eene dreigende profetie van plundering en landverwoesting: want Karel van Egmond, de gevreesde Hertog van Gelderland, die met nabuur en leenheer in vijandschap leefde, en zich aan verdragen noch landvrede stoorde, eenmaal meester van Zwol, meester van Overijsel, zoude zich niet ontzien, zijnen ouden vijand, den Bisschop, op eigen bodem te overvallen; en men begreep, dat hij zich niet in den toltwist tusschen Kampen en Zwol had gemengd, dan om er zijn voordeel mede te doen. Maar gewend zooals ze waren, aan veeten en bloedige krijgsdaden, zagen zij veel minder op de rampen, die hunne onderzaten dreigden, dan wel op de goede kans, die zich zoude aanbieden, om hunnen ouden haat tegen de Gelderschen lucht te geven. En ze zouden gemeend hebben een slecht denkbeeld te geven van hunnen moed, zoo ze zich, op het vooruitzicht van eenen oorlog, overhaast van een feest verwijderden, dat slechts één en dag duren moest. De Amersfoortsche en andere stedelijke Heeren toonden zelfs geenen zweem van bekommering, en stelden zich voor, het feest van Lauernesse ten einde toe te helpen vieren, al schakelden zich ook dagen bij dagen daaraan. Men had toen nog zulke bekrompen denkbeelden, van algemeene volksbelangen; het woord Vaderland werd bijna niet anders begrepen, dan als het kleine plekje, waar men gebied voerde of bescherming vond, zoodat een Amersfoortsche Edele of een Utrechtsche stedeling niet zou geweten hebben, waarom hem de wonden van den Bisschop pijn zouden doen.

De orde van den ontbijtdisch was niettemin gestoord; men was opgestaan, zonder het bekende glaasje na de dankzegging, en zonder die dankzegging zelve, en men begon in groepen de zaal te verlaten, om in de vrije lucht de dampen van de krachtige morgendranken en gekruide wijnen en nog sterker aangezette gemoedsaandoeningen te verdrijven, of zich door lichaamsbeweging tot den grooten middagmaaltijd, die volgen moest, voor te bereiden; want het was niet anders! een feest was in