Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/77

Deze pagina is proefgelezen

houden, weer afgewisseld door karakteristieke mannenkoppen met korte haren, zonder knevels of kinvlokjes: de baard was toen nog bij uitsluiting de dracht der geletterden.

Al zeer spoedig nadat men gezeten was, werden de zilveren. schenkkannen, met Spaansche, Rhijnsche en roode Fransche wijnen gevuld, ijverig geledigd in de bekers en drinkhoornen, die mede van zilver waren, of van fraai Venetiaansch glas, behalve aan het benedeneind der tafel, waar men ze van tin had en van fijn hout, met zilveren banden omzet. Eene gelijke onderscheiding werd in acht genomen bij het plaatsen der schotels. De uitstekend groote, met een geheel ree, met forsche stukken van herten, met meer dan één fazant, of met verscheidene hazen bevracht, werden gesteld tegenover den aanzienlijksten gast, of dien, welken de vrouw des huizes het meest wilde eeren; terwijl kleinere schalen met suikerwerk, vergulde taarten, Leuvensche koeken, honing, kruiderkoek, schapenkaas, compotes en gerstekoeken, meer verspreid waren, en geheel onder ieders bereik. Zóó ver voor het tweede gerecht: het eerste, waartoe onze vrienden nu genaderd zijn, bestaat uit meer eenvoudige vleeschspijzen, altijd echter sterk gekruid, die gegeten werden met de wermoys en de peterselie, uit visch en uit de groenten van het saizoen, die met enkele uitzonderingen dezelfde waren als de onze. Enriquez, als neef en Page der Jonkvrouw van Lauernesse, handhaafde de eer van de opsnijtafel, dat wil zeggen, aan eenen afzonderJijken disch, sneed hij het voornaamste vleeschgebraad, naar de beste regelen, die toen waren aangenomen, eene kleine navolging van de voorsnijders der Vorstelijke Heeren, die sommigen Ottelijne benijdden, en anderen in hun hart eene aanmatiging noemden. Gedurende het voordienen der beide eerste opdisschingen was er niet veel gesproken, slechts enkele woorden werden er gewisseld tusschen tafelburen, en men hoorde weinig anders dan het luide uitnoodigen tot toedrinken, en het klinken der bekers; de meesten schenen het geraden te vinden, het tegenwoordig oogenblik niet in nuttelooze woordverspilling te laten voorbijgaan; maar toen voor de tweede maal het tafelkleed was weggenomen, begon de eetlust zijne rechten af te staan aan de