Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland eerste deel (1886).pdf/168

Deze pagina is proefgelezen

de predikant had nog niet uitgesproken, of reeds opende Arent de deur, om den bezoeker binnen te laten.

De vrouw van den Burggraaf kon zich niet weerhouden tot haar bediende te zeggen: »’t Is vreemd, Arent! dat gij dus bezoekers hier binnenlaat, zonder mijn wensch daarin te kennen, in het afzijn van uw heer!”

»Mijn meester heeft mij gelast, dezen heer te allen tijde te laten binnengaan, zooals mejonkvrouwe zelve het mij geboden heeft van den heer predikant,” antwoordde Arent op vrijpostigen en stuggen toon.

»Zoo zij ’t wel, Arent! ga,” antwoordde Martina, terwijl nog meer ontstemming op hare trekken zichtbaar werd; »en gij, meester Paulus Buis! die zekerlijk mijn man komt spreken, zoo ge dien wilt wachten, wees zoo goed, uw gemak te nemen, en veroorloof mij, niet vele omstandigheden te maken, als waartoe mijne krankte mij den lust beneemt,” en zij wierp weder het hoofd lusteloos achterwaarts tegen ’t beschot,

»En daar ’t u nu niet aan toespraak gebreken zal, zoo neme ik oorlof,” zeide Fraxinus, haar naderende als tot eene afscheidsgroete; doch de smeekende blik der jonge vrouw bad hem, haar niet in een gezelschap te laten, dat haar zóó scheen te mishagen, en haar mond maakte hem het veranderen van besluit gemakkelijk, door te zeggen:

»Gij wenschtet meester Daniël te spreken, Eerwaarde heer! ’t is niet denkelijk, dat hij lang meer zal uitblijven; wees dus zoo goed en toef nog eene wijle!”

Hetzij Fraxinus ditmaal begreep, hetzij Martina zijn oogmerk werkelijk diende, hij antwoordde schertsend: »Zoo mijn bijwezen door de stemmigheid van mijn ambt de jolijselijke propoosten van meester Paul Buis niet te hinderlijk zij, zal ik uw wil maken tot mijn genoegen, mejonkvrouwe!” en zonder af te wachten, wat Buis antwoorden zou, zette hij zich opnieuw.

De man, wiens ontvangst zoo weinig naar eene blijde verwelkoming had geleken, scheen zich echter hieraan even weinig te storen, als aan het vooruitzicht, dat hem door een facheux troisième de zoetheid van een tête-a-tête met de bevallige dame zou onmogelijk gemaakt worden; zijn scherp en geestig gelaat veranderde niet van uitdrukking, en zijne houding niet van losheid, toen bij na zijne eerste hoofsche buiging, met eene tweede, veel