Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland eerste deel (1886).pdf/208

Deze pagina is proefgelezen

behoorde, die dorstende was naar godsdienstige opwekking, en die door de omstandigheden, die wij kennen, niets had gevonden dan ledigheid en koude, met te veel vromen ijver in het harte, om bij die dorheid ruste te hebben, en toch te verre van een krachtig, een verlicht, een levendig geloof om in zich zelve te vinden, wat zij daarbuiten niet vond; zij, — zij ging heen, zooals haar wenschen deed niet gekomen te zijn. Eene dame van onze dagen zou zich bij zulk eene gelegenheid hebben getroost en gewroken door eene scherpe critiek op den spreker en het gesprokene, maar toenmaals dacht men aan zoo iets niet;— vrouwen voor het minst niet; voor de geloovige Protestantsche vrouw was alles, wat op een Protestantschen kansel gesproken werd, Gods woord, de rechtzinnigheid van den spreker eenmaal aangenomen zijnde, en al begreep men er weinig van, men had er toch eerbied voor, en zoo zocht ook Martina hare ontstemming alleen in zich zelve, en erger nog, schreef die toe aan de werking van Satan, aan wiens overmacht Libertus Fraxinus de gedachte in haar had opgewekt, en nog versterkt door menig woord in zijne rede; — en hoe die gedachte beangstigen moest, eene ziel als de hare! Zóó kon ze niet terugkeeren naar huis, naar haar huis, waar ze niets vinden zou, om tegen die zwaarmoedigheid over te stellen, zij hoopte verkwikking van de vroolijke, van de heldere winterlucht, zij bad den Burggraaf, eene wandeling met haar te doen voor ze zich naar huis begaven, maar de Burggraaf verontschuldigde zich haastig met de verzekering, dat hij eene samenkomst had met iemand op het Hof, en dat hij dus niets konde dan haar uit het gedrang leiden tot op den Hofsingel. Gehuwde mannen begrijpen niet genoeg de waarde, die eene vrouw hecht aan een toegeven, van wat ze kleinigheden noemen en luim gelooven; gehuwde mannen begrijpen niet genoeg, hoeveel zij winnen kunnen of verliezen in zulke oogenblikken; maar de Burggraaf had andere kansen in het hoofd, en andere winsten te doen, dan die in het hart zijner vrouw, waarvan hij toch zeker was, en dus liet hij haar alléén voortwandelen den Hofsingel langs, van waar zij den weg zou nemen naar hunne woning…

{{c|. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . {{c|. . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . .


En toch, toen de arts haar des middags bezocht, verwonderde hij zich, haar opgerezen te vinden uit hare gewone lusteloosheid,