Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland eerste deel (1886).pdf/63

Deze pagina is proefgelezen

mocht mishandeling heeten: de achteloosheid waarmede men hem en zijne belangen overliet aan de willekeur van personen, die zich, door het misbruiken van dit vertrouwen het brandmerk der geschiedenis hebben verdiend, terwijl het de taak van den roman is, dat nogmaals in te drukken.

Niet enkel dat de baljuw David Zomer den man die daar zat in zijn kerker, den Gravensteen te Middelburg, den aanzienlijken man, die weleer aan het hoofd was geweest van de zeemacht der provincie, dien kerker pijnlijk maakte door het onthouden van die kleinere gemakken, die de kerkersmart een weinig vergoelijken; — niet enkel dat hij haar vertienvoudigde, door hem de zachte toespraak der zijnen te onthouden; — niet enkel dat hij zijn verleden lasterde en zijn tegenwoordig betichtte, opdat hij onzeker als hij was van zijne eigenlijke schuld, voor het minst glimp en oorzaak mocht vinden, om iedere strafheid te wettigen; — niet enkel dat hij kreten van beschuldiging aanhief, die zóó lang uitgegalmd en nagebauwd werden door de lieden van zijn aanhang, tot het ééne enkele stemme van veroordeeling was geworden, die opging over gansch Zeeland en die zóó luide weerklonk, dat zij iedere stem der billijkheid had overschreeuwd, totdat de verdrukte in gansch Zeeland geen pleitbezorger vinden kon, die den mond durfde openen ter verdediging van zijne eer en van zijn leven.

Niet enkel dit; maar ook nog joeg hij hem door angst in een valstrik, waarin geen waardig rechter een schuldige had willen vangen, en waarin hij den onschuldige vastklemde. De vrees voor een schandelijken dood, de pijnbank, de tranen en beden eener teedere vrouw, die men toen eerst tot hem liet, opdat hare zwakheid de sterkte van den man zoude overwinnen, wekten in hem de gedachte op aan de vlucht, de eerste noodgreep van den gekerkerde, die geen geloof heeft aan de billijkheid zijner zaak of aan die zijner rechters. Zijn cipier liet zich tot het bevorderen dier vlucht bewegen, tot den prijs van eene som, voor die dagen hoogst aanzienlijk. — Die overeenkomst werd niet losweg afgesproken, maar schriftelijk bepaald en bevestigd door den naam der beide belanghebbenden; de liefhebbende echtgenoote smaakt een zoeten triomf: in verbeelding ziet zij den dierbare vrij; — — maar het is alles spel geweest; het is alles list geweest; de verlossing is een bedrog, en niets dan de vinding van David