Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland tweede deel (1886).pdf/108

Deze pagina is proefgelezen

daarmede verrijkt te zien, was nog de snikkende wensch van den stervende. Richt hierin voor mij zoo gij kunt!”

»In twijfel onthoud u!” sprak Gideon. »Dat Ivonnette mijne religie volge! Het Roomsche goud zal dan geene Hervormden verrijken; de wees zal zich rijker achten, dan of hij een koninklijk erfgoed verkregen had, en de erfenis moge door u besteed worden naar de kennelijke intentie van den erflater.”

»Neen! de erfenis vervalt aan een Spaansch Katholiek, met wiens geslacht Livarez in onmin leefde; — en overweeg dit, gij, voorstander der Gereformeerde Kerke! die Katholiek zal komen in het volle bezit dier fortuin, met alle rechten, heerlijkheden en vaste goederen daaraan verbonden, en gij zelve stelt dus deze macht in de handen van de vijanden dierzelfde religie, die gij geresolveerd hebt te beschermen en voor te staan. Kunt gij dit met die nieuwe plichten overeenbrengen?”

»Gij oordeelt dus, dat ik ter dienste van ’t Hervormd geloof mij had moeten begeven tot de Katholieken?” glimlachte Gideon.

»Neen! daar werd alleenlijk onzijdigheid van u geëischt.”

»Dat is een onding, heer! op het stuk van religie, en in onze dagen!”

»Ik geloof, dat ik mij noemen mag bij de deugdgezinde lieden, en ik behoore tot geenerlei confessie.”

»Gij zijt eene exceptie, vir clarissime! en gij weet, wat die bewijzen!”

»Door uwe partij te kiezen, mijn vrome doctor! beschikt een Spanjaard over alles, wat ik u opnoemde, en ik vrage u, wat mag hij uitrichten met dit wapen, tegen uwe religie, in dit land?”

»Niets, achtbare Kanselier! ik heb een vast vertrouwen, dat er door stoffelijke middelen niets tegen is te doen, noch voor is te winnen. Het rijk van Christus moet komen door den geest van Christus, inwerkende in de harten; het kan alleen worden opgebouwd door liefde, en gesterkt door eenheid. Daar kunnen geene pausgezinden zich tegen stellen, al waren ze de schatten der Nieuwe Wereld machtig, noch geene Protestanten het dwingen, al hielden ze de macht van Spaanschen koning en Duitschen keizer samen! De Heer weet Zijne wegen, en Hij zal het vorderen te Zijner tijd.”

»Wel gesproken! Alleen een toekomend lid van de consistorie mag zich wel wat verzoenen met de stoffelijke middelen, die men