Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland tweede deel (1886).pdf/252

Deze pagina is proefgelezen

»Eilieve! laat mij dezen eene wijle vergeten! Onze kerkeraad was lang, en, — zal ik waar zijn, wat heftig en wat warm, en juist door hem. Hij verliest, meer dan hij moest, den toon van een kerkedienaar voor dien van een kerkeheer; en nu, in goeden ernst! Waarom blijft gij u dus houden buiten onzen werkelijken dienst? Wij hadden geesten en harten als de uwe noodig, om zulken broederen tot tegenwicht te zijn. Of versmaadt de jonge geleerde, de dubbeld gedoctorde, die kerkelijke beroepinge, die wel tot den heiligen dienst gerechtigt, maar die ook aansluit en verbroedert met zoovele ongeleerden en eenvoudigen, als er zijn, onder ons dienaren?”

»Gansch gewis niet doet hij, welwaarde Helmichius! Slechts mij vergenoegende met mijn recht als doctor der theologie, om schrifture te mogen onderwijzen, wenschte ik mij dit jaar af te houden van den vasten dienst!”

»Dat is meer voorzichtig, doch minder volijverig, dan ik van uwe vurige vroomheid had gewacht!”

»Dank voor de goede meening! Alleen men behoeft den strijd niet te vermijden, al bindt men zich niet aan een perk.” En glimlachende voegde hij er bij: »Ik zal uwe zaak voorstaan, als vrijwillige dienstman. Gebruik mij, waar gij wilt! Leen mij hier! Roep mij ginder! Draag mij lasten op! Zend mij her en der! Alleen, geef mij niet weg voor vast, noch bind mij aan ietwes, waar het de stoffelijke zaken der Kerke geldt! Ik ben onhandig in de politiek.”

»Anderen zijn er te feller op afgericht, meer dan mij goeddunkt. Zoo is ’t u in ernst meenens, nog vooreerst geen vasten stoel aan te nemen?”

»Familie-aangelegenheden verbieden het.”

»Ik begrijp: de Kanselier! Nu, voor uwe ruste mag ’t geene schade zijn!” en Wernerus zuchtte.

»Als nu eenmaal de nieuwe kerkordre, door de Haagsche Synode vastgesteld, in werking is gekomen, mogen ook die woelende wateren tot ruste worden gebracht!” sprak Gideon, plaats nemende op den aangeschoven stoel. »Is er, naar uw oordeel, wat goeds beslist bij die Synode, welwaarde heer?”

»Veel, dat goed kan stichten, mits het worde geëxecuteerd, als het bedoeld werd! Zeer zeker is het nut en oorbaar, dat daar worde gezorgd, goede ordre te houden in de gemeente Christi!