Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland tweede deel (1886).pdf/364

Deze pagina is proefgelezen

het ook hier; doch de jonge ridder was werkelijk gevaarlijk gewond geworden. Een moedig ros was reeds verminkt onder hem neergezegen; hij besteeg het tweede, toen hem de moordende kogel trof; maar dus stelde zijne fiere ziel zich heen boven pijn des lichaams, dat hij nog rijdend het slagveld verliet. Die inspanning veroorzaakte sterker bloedverlies en verergerde de ontsteking; en als een machtelooze, zonder bewustzijn, moest men den sterken held, den zielvollen jongen man in zijne tente invoeren, die hij met zoo hoopvollen moed dien morgen was uitgetreden. Daar lag hij neder, ter prooi aan de overmacht der koortsen, die een zulk verwoestend spel speelden met dat verzwakte lichaam, dat reeds terstond eene bange huivering van onrust de naastbijomringenden doorliep, en reeds als weeklacht der rouwe werd begrepen en herhaald, het Engelsch en Hollandsch leger door, toen men nog de wisselingen van hope en vreeze zou te doorleven hebben.



XIV.
EENE BESLISSING VAN DEN KANSELIER.


Hoe ging het intusschen Jacoba?

Toen het feest op Rijnauwen niet langer te rekken was, in het afzijn van den gastheer, door die zijner vrienden, welke hij er de leiding van opgedragen had, had Elias Leoninus zijne moeder eene wijle heimelijk en ernstig toegesproken, en had daarop Jacoba ter zijde genomen, en haar verklaard, hoe het Reingoud’s wil was, dat zij in zijn ouderlijk huis zou verblijven tot diens terugkomst, en zij was daarop, onder zijn geleide, vrouwe Leoninus gevolgd naar de woning van den Kanselier. Eenige dagen daarop was Elias naar Amersfoort teruggegaan, en toen hij ging, scheen zij volkomen verzoend met de betrekking, die haar voortaan aan hem bond. Was dat, omdat de dag ter voltrekking van het huwelijk nog in het onbestemde lag? of was het, omdat ze le Lion beter dan ooit had leeren schatten, na een lang en ernstig onderhoud, dat ze samen hadden gehad? Het is nog het oogenblik niet voor ons, om het uit te vinden; maar intusschen was zij tevreden in het huis van dien bruidegom; intusschen vond ze in vrouwe