Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland tweede deel (1886).pdf/52

Deze pagina is proefgelezen

vrijheid te nemen, zich met dat onvervalschte, frissche vocht te laven; zoo werd haar gewoonte, over de Schrift na te denken, en die te vergelijken ook met de leer van hare Kerk, — en eer zij het zelve wist, zonder dat iemand nog eene openlijke poging had gedaan, om haar, wat zij zoo vreesde, »ontrouw te maken,” aan hare Kerk, had ze reeds begrippen aangenomen en beginselen goedgekeurd, die niet meer vereenigbaar waren met de plichten van eene Roomsche leeke, — stelde het haar gerust, dat zij nog alle vormen van haar eeredienst onderhield zooveel zij het kon. Hare vasten hield zij getrouw als altijd, maar zij schaamde zich bij wijlen, als de kinderen uit veranderzucht het smakelijk vischgerecht voor haar bereid, met meer gretigheid aanzagen, dan de allereenvoudigste vleeschspijze, die nog daarbij met spaarzaamheid werd rondgedeeld; zij schaamde zich over eene bekrompenheid, die juist in onthouden van eene bepaalde spijze meerdere heiliging doet bestaan, terwijl het mogelijk was, dat zelfs de smaak meer door andere werd geprikkeld. Was het berusting in het onmogelijke of aanvang van verflauwing? dit althans is waar, dat de klacht over het verstoken zijn van de Misse, zelden meer uit haar mond werd gehoord, en ook geene luidere stem had in haar hart; en toen Leoninus haar, vanwege Douglas, den rozenkrans terugbracht, nam zij dien alleen met een flauwen glimlach, en legde dien meer achteloos, dan deze het mogelijk had gedacht, ter zijde op hare tafel.

En hoe vond Barbare dat alles? Wat deed Barbara daarin? Barbara, geene dwepende, geene mystieke ziel, maar eene vurige aanhangster van een uiterlijken eeredienst, zoo juist voor zinnelijke naturen als de hare geschikt, en die te meer aanklevende, naarmate zij meer onvatbaar was eene fijnere te schatten. Barbara, die Reingoud zoo hard was gevallen over zijne afscheuring, wat moest zij zeggen tegen Jacoba, — tegen haar pleegkind? — Zij zeide niets, en om de goede reden, dat zij niet meer bij haar was. Den eigen dag nog van het bezoek der drie heeren, was Barbara alleen uitgegaan. Twee dagen daarna had zij een geheim onderhoud gehad met Elias le Lion, en zoo haast zij Jacoba gansch hersteld zag en bekomen, had zij haar gezegd, dat zij voor eene wijle van haar ging om hare eigene zaken, en dat zij het met gerustheid durfde doen, wetende dat haar kind nu wel verzorgd was! — En hoe had Leoninus genade gevonden in