Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/21

Deze pagina is proefgelezen

man, die haar gelukkig zal maken, als zij het verdient. Aan haar zelve een deel van mijne fortuin toe te kennen, zou gelijk staan met het den grootvader in handen te spelen, die het voorzeker zou doorbrengen op dezelfde wijze als hij het vermogen mijner zuster heeft verspild en doorgebracht. Zoo kwam ik op het denkbeeld om U, neef Leopold, dien ik uit al de mijnen bij mijne jongste beschikkingen heb uitverkoren om de onafhankelijke bezitter te zijn van al mijn wereldsch goed, U die ik weet een jongmensch te zijn van karakter en goede beginselen, U dit eene verzoek te doen, waarmee gij een onrecht dat ik genoodzaakt ben te plegen, zult goedmaken. De vraag is nu maar of gij in deze schikking genoegen zult nemen, en of het u mogelijk zal zijn aan mijne begeerte te voldoen. De bezwaren zouden kunnen voortkomen van de zijde die er het grootste belang in heeft, dit redmiddel, dat ik heb uitgedacht, aan te grijpen. In dat geval smeek ik u, de zaak niet dan op het uiterste op te geven. In ’t andere geval, uw eigen tegenzin om u door eene lastige bemoeial als uwe oudtante blijkt te zijn, eene vrouw te laten opdringen, die u om de eene of andere reden niet convenieert, onthef ik u bij voorbaat van dien dwang, want ik wil dat er ten minste één lid van mijne familie zal zijn, die mijne nagedachtenis niet in afschuw houdt; maar als het daartoe komt kent de notaris van Beek mijne intentië, waarnaar gij u zult te schikken hebben, zoo gij u niet van de gansche nalatenschap wilt verstoken zien,. waardoor deze, zeer tegen mijn wil en wensch, voor al mijne nabestaanden zou verloren gaan om aan industrieele ondernemingen te worden besteed. Dan, ik wacht wat beters van uw goed oordeel en wijs overleg, om niet te zeggen dat ik reken op uw goed hart, dat zich ontfermen zal over een jong meisje, reeds als kind door de kwaadwilligheid harer verwamen verstoken van de voorrechten die een deftig. en gegoed geslacht haar scheen te waarborgen, en die haar volgaarne waren gegund door hare en uwe

liefhebbende oud-Tante
Sophie Roselaer
tot de Werve

P. S. Dat ik mij simpellijk Roselaer tot de Werve moet schrijven en niet van de Werve, is de schuld van den generaal;