Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/256

Deze pagina is proefgelezen

ten moge. Voorziet gij niet, als ik, het tooneel dat dan volgen zal?"

»De drommel hale dien Rolf; wat doet die oude roffiaan nu ook hier!" riep Rudolf verdrietelijk, en hij liet zich als verslagen op de sofa neervallen.

»Die oude roffiaan doet alles wat hij kan, meer dan hij moest, om het lot te verzachten van uw vader, dien gij ongelukkig hebt gemaakt! Is het misschien daarom dat gij hem verwenscht?" sprak Francis onbarmhartig, hoewel zij zag, dat de ongelukkige vernederde man de handen voor de oogen bracht om de tranen te verbergen, die hij niet langer kon terughouden.

»Mijne ellende zou niet volkomen zijn zoo uwe minachting haar niet voltooide," riep Rudolf onder snikken, »en ik, die zoo welgemoed en opgewekt herwaarts heen was gekomen!…"

Ik kon mij niet begrijpen hoe Francis, die zorg had voor een gekwetsten hond, bijtende loog kon storten in de wonde van een lijdend mensch, hoe schuldig hij ook zijn mocht. Ik voelde bitterheid tegen haar in mij opwellen, en ik voelde mij geroepen den patiënt te bemoedigen, tegen hare bedoeling in.

»Mijnheer Rudolf!" sprak ik, »sta mij toe de tusschenpersoon te zijn om uwe samenkomst met den generaal voor te bereiden, sinds freule Mordaunt daartegen opziet!…"

»Geef u geene moeite, Jonker van Zonshoven!" hernam Francis stroef en met hoogheid. »Ik zie er niet tegen op, maar ik weet, dat het vruchteloos zal zijn; en daarom is het beter hierin niets te doen. Mijnheer Rudolf zal zich herinneren, dat ik, ik zelve, eenmaal onder tranen mijn grootvader te voet ben gevallen om hem te verbidden zijn zoon niet onverzoend in de ballingschap te zenden, en dat het tot niets heeft geleid dan tot heftiger smart en toorn."

»Dan zal ik moeten berusten," sprak Rudolf verbleekend en in de houding der diepste moedeloosheid. Blijkbaar ontbrak het den forschgebouwden, luchthartigen man aan wilskracht, aan energie tot weerstand.

»Ja! gij moet berusten, als gij den grijsaard werkelijk nog eenige liefde toedraagt," hervatte Francis. »Ik wil u niet hard vallen om die eerste beweging die u hierheen dreef; ik wil gelooven, dat zij uit het hart voortkwam zonder bijoogmerk; maar bedenk het wel, gij zelf hebt het gerucht van uw dood hier doen verspreiden en waarschijnlijk gemaakt."