Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/328

Deze pagina is proefgelezen

»Dat ben ik volkomen met u eens, en zelfs zal ik u bekennen, dat ik mij altijd geërgerd heb aan die mannen en vrouwen die zoo luchtig en lichtzinnig over die plechtigheid spreken, die er mee kunnen railleeren of het alleen eene representatie pro forma gold, eene exhibitie van prachtige toiletten. En toch, de vrouw brengt daarbij en voor altijd een onmetelijk offer: het offer van haar naam, van haar wil, van zich zelve, een offer waartegen ik, zoolang ik U niet heb gekend, steeds heb opgezien als iets onmogelijks voor mij."

»En nu? " vroeg ik, in het mos aan hare voeten neerknielend om haar beter in de levendige sprekende oogen te kunnen zien, die nu van geest en gevoel tintelden.

»Nu zie ik daar niet meer tegen op," antwoordde zij met een zachten glimlach, »Maar ik bid u, Leo! blijf niet in die houding voor mij; het is eene onwaarheid en action en zal het meer en meer worden; ik voorzie dat, want ik voel nu, gij zult mijn heer en meester zijn. Ik ben niet als de »dames", die laf en oneerlijk als ze zijn, in haar for intérieur glimlachen over den eed van trouw en gehoorzaamheid, dien zij bij het huwelijksverbond uitspreken, terwijl zij reeds bewijs geven dien niet te zullen houden, eer nog de bruidsbouquet verwelkt is. En de mannen, die bij het huwelijksformulier de schouders ophalen, als hechten zij gansch geene beteekenis aan hunne rechten, zijn evenzeer in hun for intérieur besloten, eenmaal af te dwingen, wat hun niet uit besef van plicht wordt geschonken. In de wittebroodsweken knielen zij aan hare voeten, zooals gij daareven aan de mijne, al was dat met anderen zin, en stellen zich aan of zij hun leven lang de onderdanige dienaren zullen blijven; maar als de vrouw hen bij ’t woord vat, leert zij ’t anders; dan steekt de binnenlandsche oorlog op, de strijd over ’t meesterschap. De schranderen en behendigen onder ons zoeken door list te veroveren wat ze niet door geweld hebben kunnen verkrijgen, en meenen gewonnen te hebben als die toeleg haar is gelukt. De anderen bukken als overwonnelingen, maar die te ieder stond tot rebellie gereed zijn, Dit maakt den huwelijksband tot eene zware keten, waaraan beiden beurtelings rukken en die ieder voor zich met onwil torst,. tot men zich eindelijk uit afmatting resigneert, als men zich resigneert."

»Gij maakt mij haast ongerust, Francis!" viel ik glimlachend in.